De overdaad aan schoonheid in Florence trof ook beeldend kunstenaars Marinus en Natasja Boezem, vader en dochter, toen zij de stad in 1985voor het eerst samen bezochten. Gefascineerd door het Stendhal-syndroom deden ze er op latere studiereizen research naar. Ze interviewden psychiater Graziella Magherini, die het syndroom als zodanig heeft benoemd en tientallen patiënten heeft behandeld. Ook bezochten ze het lokale psychiatrisch ziekenhuis en spraken daar met ambulancechauffeurs.
Marinus: ‘Net als Magherini waren zij ervan overtuigd dat het syndroom echt bestond, terwijl de wetenschap er nogal sceptisch tegenoverstaat. Maar dat is voor ons juist interessant: het speelveld tussen “echt” en “niet-echt”. Daar kun je als kunstenaar mooie dingen mee doen.’
In 2003 won Natasja een Prix de Rome-prijs en werd haar gevraagd een speciaal project uit te voeren. Ze besloot het Syndroom van Stendhal als onderwerp te nemen. ‘Ik wilde de emotie van schoonheidsbeleving transporteren vanuit de Santa Croce-kerk in Florence naar een torenflat in Osdorp. Mensen in die flat