Lees verder
Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van de psycholoog na het afleveren van een rapport aan diens opdrachtgever? Vrij ver, ondervond Pieter, althans naar het oordeel van het College van Toezicht.
Henk Geertsema

Al enige tijd gaat het niet zo lekker met Carel (zie noot 1) op de school waar hij werkt. Er zijn samenwerkingsproblemen tussen Carel en zijn collega’s. Er wordt een arbeidsdeskundige ingeschakeld, die op zijn beurt om een psychologisch onderzoek vraagt.

De opdracht komt bij Pieter terecht. De vraagstelling bestaat uit elf onderzoeksvragen, waarvan zes door Carel zelf zijn geformuleerd. De resterende vijf vragen komen van de opdrachtgever en hebben Carels instemming. Pieter en Carel gaan aan de slag. De volgende stappen verlopen allemaal netjes en professioneel: het onderzoek zelf, de nabespreking, de voorlopige rapportage en het verwerken van de opmerkingen van Carel. Uiteindelijk wordt het verslag met toestemming van Carel naar de opdrachtgever verzonden. Boven het rapport staat: VERTROUWELIJK en aan het eind staat nogmaals vermeld dat het rapport vertrouwelijk is en niet zonder toestemming van de cliënt mag worden verspreid.

Tot zover verloopt alles volgens de regels van de kunst. Dan wordt er een bijeenkomst georganiseerd om de onderzoeksresultaten te bespreken. Bij dit gesprek zijn, naast Pieter en Carel, ook de arbeidsdeskundige, de arbo- en verzuimadviseur van de afdeling p&o en de leidinggevende van Carel aanwezig. Het wordt een onaangenaam gesprek voor Carel. Allereerst blijken alle aanwezigen te beschikken over het psychologisch rapport zonder dat hij voor deze verspreiding toestemming had gegeven. En dan blijkt ook nog dat het inmiddels over zijn ontslag gaat. Het verrast hem volkomen. Kort na het gesprek meldt hij zich ziek.

Dan besluit hij ook een klacht (zie noot 2) bij het NIP in te dienen. Carel verwijt Pieter dat hij onvoldoende heeft gedaan om de verspreiding van het rapport tegen te gaan en hier ook tijdens het gesprek niet tegen geprotesteerd heeft.

Pieter wijst erop dat het vanaf het begin duidelijk was dat de arbeidsdeskundige de opdrachtgever was. Het rapport is dan ook met de toestemming van Carel naar hem opgestuurd. Dat het om een vertrouwelijk document gaat, staat ook nog eens in het rapport zelf vermeld. Aan de overige deelnemers van het gesprek heeft hij geen kopie gegeven. Verder vindt hij dat de arbeidsdeskundige het gesprek met Carel had moeten voorbereiden.

Het College van Toezicht

Het College meent dat Pieter twee zaken te verwijten valt. Hij had het gesprek met Carel beter moeten voorbereiden; op zijn initiatief vond dit gesprek in zijn aanwezigheid immers plaats. Ervan uitgaand dat de anderen niet over het rapport zouden beschikken, lag het voor de hand om vooraf af te spreken wat Pieter wel en niet over het onderzoek zou vertellen.

Verder vindt het College dat Pieter had moeten protesteren toen bleek dat alle aanwezigen een kopie hadden zonder dat dit met Carel was besproken. Pieter had moeten bespreken hoe verder te gaan met het gegeven dat het rapport zonder instemming verspreid was en dat daarmee de vertrouwelijkheid, waarvan Pieter te meende te mogen uitgaan, niet aanwezig was.

Het College acht de klacht op deze twee punten gegrond in het licht van de artikelen III.1.4.3 – Inspanningen van de psycholoog om misbruik van rapportage tegen te gaan – en III.3.2.5. –Informatie bij het aangaan en voortzetten van de professionele relatie – van de Beroepscode 2007 en geeft Pieter een waarschuwing.

Wat valt op?

De verantwoordelijkheid van de psycholoog houdt niet op bij het afleveren van een rapport. Tegelijkertijd is dit wel het moment waarop de controle van de psycholoog sterk afneemt. De psycholoog moet als regel uiteraard kunnen vertrouwen op de professionaliteit van de opdrachtgever. Zonodig dient dit apart onderzocht te worden door de psycholoog. Maar meestal eindigt het contact met de opdrachtgever bij het indienen van het onderzoeksverslag. Wat de opdrachtgever daarna met het rapport doet, ontrekt zich aan de waarneming van de psycholoog en dus aan zijn verantwoordelijkheid.

In dit geval had Pieter Carel geholpen door het gesprek zelf met hem voor te bereiden. Dit had Carel weerbaarder kunnen maken. Daarna kan in een gesprek, bedoeld om een psychologisch onderzoek toe te lichten, de psycholoog best sturend optreden. Dat het rapport al verspreid was, valt Pieter niet te verwijten, wél dat hij tegen deze gang van zaken niet geprotesteerd heeft. Hier lagen twee mogelijkheden voor de psycholoog om ook na het inleveren van het rapport het belang van de cliënt, de vertrouwelijk behandeling van de gegevens, te behartigen.

Het is misschien zinnig nog eens te wijzen op het onderscheid tussen vraagverheldering en probleemanalyse. Bij de vraagverheldering wordt nagedacht over de vraag zelf: bij wie komt die vandaan, wie heeft belang bij de uitkomst, wat zijn de mogelijke uitkomsten en wat betekenen die voor mijn cliënt? Dit alles bepaalt het speelveld van de psycholoog en de cliënt, en kan duidelijkheid geven over de gang van zaken voor de cliënt. Als dit speelveld duidelijk is en de cliënt hiermee akkoord gaat, kan aan het inhoudelijk werk begonnen worden: de beantwoording van de onderzoeksvragen. Pieter had Carel een ontslag niet kunnen besparen, maar hij had hem beter bij kunnen staan in een zorgvuldige gang van zaken.