Lees verder
In de rubriek Veni Vidi Vici wordt per aflevering een onderzoek belicht. Deze editie een Vidi-beurs. Deze keer: Janna Cousijn, universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit  Rotterdam ontving een Vidi-subsidie voor haar onderzoek naar de (medische) voordelen van cannabis en de nadelen ervan. De discussie erover is gepolariseerd, zelfs binnen de wetenschap. Wat zijn de feiten?
Geertje Kindermans

Janna Cousijn is verslavingsonderzoeker en wilde vooral begrijpen waarom sommige mensen verslaafd raken en anderen niet. Dat ze haar onderzoek op cannabis richtte, was in eerste instantie toeval. Maar ze werd erdoor gegrepen. Cousijn: ‘Opvallend aan cannabis is dat het debat over de schadelijkheid van cannabis zo gepolariseerd is. Voorstanders benadrukken de medicinale werking, de tegenstanders wijzen op de gevaren. Binnen de wetenschap gebeurt iets vergelijkbaars: twee verschillende onderzoeksvelden die elkaar niet overlappen.’

In haar promotieonderzoek kijkt ze in hoeverre de cannabisverslaving lijkt op andere verslavingen. Zowel op het gebied van motivatie om te gebruiken, craving (hunkering), controleverlies, als ook in het hersenbeeld, bleek er een grote overeenkomst met andere verslavingen. Bovendien: hoe meer iemand gebruikt, hoe groter de problemen en hoe ernstiger de cognitieve problemen.

Om te kijken in hoeverre de conclusies algemeen geldig zijn zette ze samen met een collega uit Texas een crossculturele studie op. In Texas is blowen strafbaar, de wiet is er anders van samenstelling. Verder wordt het op een andere manier gebruikt: in Nederland rookt men vaak met tabak, Texanen roken het vaker puur in een (water)pijp. In Texas waren meer medicinale gebruikers, die wel weer voldeden aan de verslavingscriteria. Verder was de hoeveelheid die de Texanen gebruikten veel groter. Toch ervoeren de groepen blowers uit beide landen ongeveer evenveel problemen. Maar de soorten problemen verschilden van elkaar: Texaanse blowers hebben meer verslavingsproblemen op het psychosociale domein. Nederlandse blowers hadden meer last van fysieke problemen, zoals controleverlies en craving. Cannabisgebruik in verschillende landen is dus niet zonder meer vergelijkbaar.

‘Blowers voelen zich vlak na het blowen beter. Een medicinaal effect of waren de ontwenningsverschijnselen tijdelijk weg?’

Daarnaast zette iets anders Cousijn aan het denken. Samen met een Israëlische onderzoekster die vooral was geïnteresseerd in de medicinale effecten van cannabis, zette Cousijn in haar lab een onderzoek op om te kijken naar de relatie tussen wietgebruik en negatieve of positieve gevoelens van gebruikers. Blowers bleken zich na het blowen tijdelijk ietsje beter te voelen. ‘Dat kan een bewijs zijn voor het medicinale effect,’ zegt Cousijn. ‘Maar je kunt ook veronderstellen dat de ontwenningsverschijnselen tijdelijk weg waren.’

Cannabisbeleid

Deze twee onderzoeken leidden tot het idee voor haar Vidi-project, waarin Cousijn cannabisgebruik wil onderzoeken in verschillende landen die cultureel en beleidsmatig uiteenlopen. Ze kijkt naar het liberale Nederland en naar het strenge Texas. Daarnaast betrekt ze Israël in de studie, met een langlopend medicinaal cannabisbeleid, waar recreatief gebruik niet legaal is. Ook wordt Australië meegenomen waar recreatief gebruik niet meer strafbaar is. En tot slot Canada, waar zowel medische als recreatieve wiet gelegaliseerd is.

Daarnaast gaat ze met haar collega’s verschillende types gebruikers onderzoeken. Waarschijnlijk maakt het nogal uit of je een medicinale gebruiker bent of niet, of je cannabis rookt of eet, en welke stoffen er precies in de wiet zitten.

Het project bestaat uit meerdere delen. Als eerste doet Cousijn een grote smartphone-studie. ‘We gaan op zoek naar medicinale en recreatieve gebruikers in de verschillende landen die dagelijks cannabis roken. We laten hen een aantal computerspelletjes doen om het geheugen, intelligentie, reactievermogen et cetera te meten. Ook inventariseren we de mentale gezondheid. Vervolgens houden de deelnemers gedurende drie weken bij wat ze hebben gebruikt en hoe ze zich voelen. We herhalen de tests van het begin na één en twee jaar om het cognitief functioneren en het mentale welzijn over tijd te meten.’

Door dit project moet blijken of het uitmaakt waar een blower woont, welke dosis hij gebruikt, hoe de wiet wordt gerookt. ‘We kunnen vaststellen wat de invloed van al deze factoren is op de het mentaal welzijn,’ zegt Cousijn. ‘Zo hoop ik te kunnen ontwarren wat de positieve en negatieve effecten van cannabis zijn. Daarnaast wil ik nog kijken naar de groep mensen die in twee jaar tijd meer mentale problemen hebben gekregen en ben ik benieuwd of er bij hen een relatie is tussen cannabisgebruik en mentaal welzijn, of de precieze samenstelling van de wiet uitmaakt en of er verschil is tussen medicinaal of recreatief gebruik. En het is de bedoeling dat deze dataset open toegankelijk wordt voor andere onderzoekers om er hun eigen vragen mee te beantwoorden.’

Benevelende hersenen

In het tweede deel van haar Vidi-project gaat Cousijn bij een deel van de blowers in Nederland hersenscans maken. Zijn er op hersenniveau verschillen te zien? Cousijn: ‘Als een medicinale gebruiker meer mentale problemen heeft dan de niet-medicinale gebruiker, ziet het hersenbeeld er mogelijk anders uit.’

In het derde deel van haar Vidi zoomt Cousijn weer uit en wil ze de percepties over cannabis van de verschillende groepen in kaart brengen en die vervolgens proberen te veranderen. ‘Hoe denken bijvoorbeeld artsen, onderzoekers, gebruikers of politici over de positieve en negatieve effecten van blowen? Dat willen we via vragenlijsten achterhalen en het vervolgens naast het daadwerkelijke bewijs leggen. Dan kunnen we zien waar de grootste kennishiaten zitten en kunnen we specifieke doelgroepen van betere informatie voorzien.’

Zo is uit onderzoek al gebleken dat veel gebruikers niet geloven in cannabisverslaving of dat blowen negatieve effecten kan hebben op het mentaal welzijn. Cousijn: ‘Maar we weten dat dat wel degelijk kan. Voor jongeren is cannabis de nummer-1 verslaving. Maar het effect van cannabis is wel afhankelijk van de persoon die het gebruikt.’

Het is belangrijk dat deze kennis er komt. Cannabis wordt door steeds meer landen gelegaliseerd en het gebruik neemt er toe, net als de gezondheidsschade ervan. ‘Maar ik kom uit de verslavingszorg, dus wellicht heb ik ook een bias,’ voegt Cousijn eraan toe. ‘Daarom is het zo belangrijk goed en grondig onderzoek te doen, zonder dat onze vooroordelen het onderzoek beïnvloeden.’