Lees verder
Blijf je psycholoog als je professioneel een metamorfose ondergaat? In deze rubriek vertellen psychologen over de opmerkelijke carrièreswitch die ze hebben gemaakt. In deze aflevering … Elly Plooij, psycholoog, oud-voorzitter van het NIP
Geertje Kindermans

Het is de laatste aflevering van deze rubriek… Maar op de vraag in hoeverre ze zich nog psycholoog voelen, reageerde geen van de geïnterviewden eenduidiger dan oud-voorzitter van het NIP Elly Plooij. ‘Of ik nog psycholóóg ben? Maar natuurlijk! Ik ben gepromoveerd in de psychologie!’ Ze toont haar proefschrift, dat ze voor de gelegenheid heeft meegenomen: Persoonlijkheid en arousal: een onderzoek naar corticale en autonome functies in relatie tot persoonlijkheid. Nou goed, tuurlijk, maar ze werkte op een gegeven moment niet meer als psycholoog? Ze is toch in de politiek terecht gekomen? En ze werkte als bestuurder? ‘En acht jaar in het bedrijfsleven,’ vult Plooij aan. ‘Maar wie psychologie heeft gestudeerd, is en blijft psycholoog!’

Helder. Toch denkt niet iedereen daar zo over die in deze rubriek heeft gefigureerd. Plooij, gedecideerd: ‘Maar ik wel. Psychologie is mijn basisdiscipline en dat ik als psycholoog verschillende functies heb uitgeoefend, is een ander verhaal.’

Tweede keus

Waarom koos ze er eigenlijk ooit voor om psychologie te gaan studeren? Plooij lachend: ‘Nou… dat was eigenlijk tweede keus.’ Ze was bèta en wilde het liefst scheikunde studeren. Maar in 1965 was het voor een meisje nog niet zo vanzelfsprekend om naar de TU Delft te gaan. Zoals een kennis van de familie het in die tijd verwoordde: ‘Op de toppen der bergen heerst eenzaamheid.’ Dus moest het iets sociaals worden. Het onderwijs, een keuze die haar ouders graag gezien hadden, leek haar niets. Daarom koos Plooij voor psychologie in Utrecht. Dat boeide haar wel

Ze studeerde af binnen de tijd die ervoor stond en koos voor de afstudeerrichting klinische psychologie, omdat bevriende studenten dat ook deden. Daarnaast ging ze als student-assistent meewerken aan psychofysiologisch onderzoek. Dat greep haar, en psychofysiologie werd uiteindelijk haar afstudeerrichting. Ze schreef een scriptie over arousal in de hersenen. Ze wordt er nog steeds enthousiast van. ‘Meten is weten!’

Vervolgens solliciteerde ze onder andere aan de TU Delft naar een onderzoeksbaan en werd daar aangenomen. Daarmee leek het kringetje mooi rond. Maar het ging alsnog niet door. Al tijdens haar studie was ze getrouwd en bij de medische keuring bleek dat ze zwanger was. Ze wilde zo graag werken. Maar voor een aanstaande moeder was dat in die tijd – het was 1971 – geen vanzelfsprekendheid.

Na de bevalling van een gezonde baby, stapte ze naar de Universiteit Leiden, waar ze solliciteerde bij de Jelgersmakliniek op de EEG-afdeling. Daar was voor haar zwangerschap een functie beschikbaar. Nu was die baan er echter niet meer. Plooij: ‘Daarom bood ik aan om halve dagen gratis te werken, want ik wilde mijn vak bijhouden. Toen er na een half jaar wel een positie vrijkwam, werd ik daar aangenomen.’ En lachend voegt ze eraan toe: ‘De truc-Plooij noemden ze dat later.’

Ze promoveerde in 1980 op een proefschrift over arousal, waarvoor ze hersensignalen registreerde en analyseerde met behulp van computers. Toen ze aan de universiteit niet kon doorgroeien, stapte ze over naar het NIVE, een educatief instituut voor het bedrijfsleven. Ze werd daar Hoofd Congressen en Seminar op het gebied van Management en Leidinggeven. Plooij: ‘Mensen om me heen vroegen of ik het niet zonde vond van mijn studie en wetenschappelijke kennis. Dat is weer een denkfout, want als psycholoog kun je juist met jouw vak in het bedrijfsleven een verschil maken. Ik hoefde niet mijn hele leven op de vierkante centimeter in de hersenen te graven. Een werkzaam leven is best lang. Psychologie is een goede opleiding voor heel veel functies.’

Door de vele contacten die ze bij het NIVE opdeed, kreeg ze na drie jaar de aanbieding om Hoofd Verkoop te worden bij Service One Catering (nu Albron), de cateraar van toen onder andere de Nederlandse Spoorwegen. ‘Ik dacht wat moet ik als psycholoog in de catering? Maar een goede vriendin met een toppositie bij de KLM zei: “Elly… jump!”’

Ze was intussen al langer bezig met politiek voor de VVD, en maakte definitief de overstap toen ze in 1994 voor de partij in het Europees Parlement zitting kon nemen. ‘Nou, in de politiek kun je wel wat psychologie gebruiken! Wat lopen daar grote ego’s rond!’ roept Plooij spontaan uit.

Haar onderwerp werd snel duidelijk. Toen ze in het Europees Parlement kwam in 1994 kwam de digitalisering net op. Plooij: ‘Menigeen had er nog nooit van gehoord, ik wist dat het belangrijk zou worden. En ik heb me er altijd over verbaasd dat er bij die hele digitalisering zo weinig psychologen betrokken zijn. Een computer moet gebruiksvriendelijk zijn, de mensmachine- interactie is heel belangrijk. Ook de impact van digitalisering op de maatschappij, de invloed van social media zijn onderwerpen waar psychologen zich veel meer mee zouden moeten bemoeien. Psychologen kunnen helpen om mensen weerbaarder te maken in deze transparante en meedogenloze mediamaatschappij.’

Van het NIP is Plooij vijfenhalf jaar voorzitter geweest. Begin oktober nam ze afscheid. ‘Ik ben begonnen als psycholoog en zo ook weer geëindigd. Het voorzitterschap was mijn laatste grote job. Ik vond het zeer eervol dat ik terug mocht komen in de psychologie en heb het met veel plezier gedaan.’