Lees verder
Wat als je partner ook psycholoog is? Het NIP laat stellen aan het woord over hun relatie, gespreksstof en het werk. In deze editie: David Kamp en Emma Koenen.
Nederlands Instituut van Psychologen

In 2011 begonnen Emma en David beiden aan de studie psychologie in Utrecht. Hoewel ze samen in dezelfde werkgroep zaten, spraken ze elkaar amper. David: ‘We hebben in die werkgroep één keer met elkaar gesproken. Ik vond Emma toen al best leuk en spontaan.’ Emma: ‘Die ontmoeting kan ik me dus niet meer herinneren, haha.’ Inmiddels werkt Emma als gz-psycholoog bij Psychologiepraktijk Houten en The Mental Move, een organisatie die behandelingen, workshops en coachingtrajecten biedt. David is gzpsycholoog en regiebehandelaar bij Reinier van Arkel en werkt met cliënten met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA). Daarnaast buigt hij zich een dag in de week over zijn promotieonderzoek naar de systematische zelfreflectie.

Hoe is het verder gegaan na die ene ontmoeting in de werkgroep?

Emma: ‘In het tweede jaar van de studie hadden we hetzelfde studiepad gekozen, neuropsychologie, en zagen we elkaar vanzelf iets vaker. Op een gegeven moment hadden we een college over het werkgeheugen.’

David: ‘Procedureel geheugen.’

Emma: ‘O ja. En toen vroeg de professor ter inleiding wie in de zaal vond dat hij of zij goed kon autorijden. David stak zijn hand op. Na afloop, toen we bij de bushalte stonden, begon ik erover. “Dus jij vindt dat je goed kan autorijden?” David dacht dat ik een move maakte, terwijl ik gewoon aan small talk deed.’

David: ‘Pas vijf jaar geleden ben ik erachter gekomen hoe de vork in de steel zat. Maar goed, die opmerking leidde in ieder geval wel tot een date. Ik vroeg haar of ze een keer mee wilde rijden, ik had toevallig net mijn eigen auto gekocht. Toen heb ik haar een lift naar een college gegeven en daarna hebben we nog een paar keer met elkaar afgesproken.’

Emma: ‘En nu zijn we getrouwd en hebben we een zoon van een jaar oud.’

Studeerden jullie vaak samen?

David: ‘Ik heb eerst een half jaar in Hong Kong gestudeerd en in de eerste week dat ik terugkwam gingen we meteen samenwonen. Emma raakte aan het begin wel regelmatig in de stress omdat ik pas een week voor een tentamen begon met studeren. Emma hield alles goed bij, haalde ook veel betere cijfers trouwens. Maar samen studeren deden we dus niet echt. We hebben wel eens samen een opdracht moeten doen, met nog twee studenten, daar hadden we wel een tien voor.’

Jullie volgden dezelfde bachelor en master, hebben ongeveer gelijktijdig de opleiding tot gz-psycholoog gedaan en rond dezelfde tijd aan promotieonderzoek gewerkt. Waar hebben jullie het over tijdens het avondeten?

David: ‘Toen we beiden nog veel bezig waren met ons promotieonderzoek hadden we het daar vaker over. Onze onderwerpen waren namelijk echt tegenovergesteld aan elkaar. Ik houd me bezig met de therapeutische relatie en Emma deed onderzoek naar een nieuwe behandeltechniek bij dwangstoornissen. Mijn promotoren zijn van mening dat de manier waarop je therapie geeft, en wie dat doet, belangrijk is voor het behandelresultaat en dat het minder uitmaakt welke specifieke techniek je gebruikt. Onderzoek naar nieuwe technieken is volgens hen dus eigenlijk niet echt nodig. Die opvatting deel ik wel met hen…’

Emma: ‘Dat waren dus niet altijd de gezelligste gesprekken. Mijn promotietraject voelde als een soort levensmissie, dag in dag uit was ik ermee bezig. En ik denk dat natuurlijk de relatie met je cliënt heel belangrijk is, maar dat het óók uitmaakt welke techniek je gebruikt, ik kijk er iets genuanceerder tegenaan dan David.’

David: ‘We hadden geen dikke ruzies hoor, maar wel wat andere opvattingen over wat werkzaam is binnen de psychotherapie en wat niet.’

En hebben jullie het vaak over jullie werk als behandelaar?

Emma: ‘Daarin verschillen we. David wil graag veel delen over zijn werk. Ik heb juist vaker behoefte om werk los te laten en met andere dingen bezig te zijn. Al helemaal als ik zelf een zware dag gehad heb, verhalen van cliënten heb gehoord die me erg geraakt hebben. Als David dan ook nog treurige verhalen heeft, dan denk ik wel eens: nu even niet.’

David: ‘Inhoudelijk hebben we het niet veel over werk, we delen vooral onze persoonlijke ervaringen, maar doen verder geen intervisie bij elkaar bijvoorbeeld. Al heb ik Emma wel een paar keer om advies gevraagd over een dwangbehandeling, als ik er niet uitkwam. Daar is Emma erg bekwaam in.’

David gaat de confrontatie niet uit de weg met cliënten, dat vind ik sterk aan hem

Emma

Emma: ‘En sinds we een kindje hebben, praten we als we samen zijn ook heel veel over allerlei babydingen.’

David: ‘Dan zeggen we ook wel eens grappend tegen elkaar dat hij echt alles mag worden, behalve psycholoog, haha, omdat we het ook wel eens ergens anders over willen hebben.’

Weten jullie van elkaar wat de ander een goede psycholoog maakt?

David: ‘Ja, Emma heeft een warme persoonlijkheid waardoor mensen zich snel op hun gemak voelen. Dat heb ik zelf ervaren. Ik denk dat cliënten snel het gevoel hebben dat ze een bekwaam iemand tegenover zich hebben die hen echt wil helpen. En sinds ik erg in de therapeutische relatie geloof is dat volgens mij erg belangrijk voor de behandeling.’

Emma: ‘David gaat de confrontatie niet uit de weg met cliënten, dat vind ik sterk aan hem. Hij zegt waar het op staat, pakt ze niet met fluwelen handschoenen aan, stelt grenzen en is duidelijk. Ik bedoel niet dat hij hard is, maar meer dat hij de moeilijke onderwerpen niet uit de weg gaat en zorgt dat het gaat waar het over moet gaan.’

Ben je zelf psycholoog en is jouw partner dat ook, en willen jullie daarover vertellen? Of ken je een leuk psychologenkoppel? Laat het ons weten via communicatie@psynip.nl