Op 12 maart 2010 werd het derde Jaarcongres Cognitief gedragstherapeutisch werkers gehouden. Elle van de Bogaart, Maria Brüsewitz, Tilly van der Velde en Christine van Uden doen verslag.
De subtitel van het derde Jaarcongres Cognitief gedragstherapeutisch werkers wordt met hoofdletters geschreven: doen! Dat klinkt aantrekkelijk voor de doelgroep van ongeveer achthonderd personen die de afgelopen jaren de opleiding (cognitief) gedragstherapeutisch werker bij de rino gevolgd hebben en waarvan er 115 een registratie hebben gehaald. Hondertwintig personen bezochten het congres.
Lezingen
In de interactieve lezing van Greeven en Roozen, over Community Reïnforcement (cra), een gedragstherapeutische methode voor de behandeling van verslaving, leerden we dat verslaving een serieus probleem is: het behoort tot de top drie van de psychiatrische stoornissen (gegevens 2003). En zo’n tien procent van de bevolking lijdt constant aan verslavingsproblemen. Het theoretische concept van cra is dat mensen afhankelijk van middelen blijven doordat zij worden omgeven door een overmaat aan factoren die hun alcohol- of drugsgebruik bekrachtigen. Aantrekkelijke, nietverslavingsgebonden alternatieven zijn in onvoldoende mate aanwezig of ontbreken zelfs. Cra heeft als doel samen met de cliënt te werken aan een vervangende, nieuwe levensstijl die meer voldoening geeft dan het middelengebruik.
Door middel van een functieanalyse kunnen triggers in beeld worden gebracht die leiden tot gebruik van middelen en de positieve en negatieve effecten op lange en korte termijn. Daarnaast wordt het belang van een goed en gezond sociaal leven besproken. Er wordt gewerkt met een prosociale functieanalyse: wat gebeurt er al? Wat kan worden toegevoegd? De pal (plezierige Activiteitenlijst) kan daarbij een hulpmiddel zijn.
De tweede lezing was gewijd aan Cognitieve gedragstherapie (cgt) bij depressie. Hogenkamp en Peters (verpleegkundigen), en Tammes (cognitief gedragstherapeutisch werker) gaven een beeld van het opzetten van een zorglijn Depressie op de afdeling psychiatrie binnen een umc. Dit zorgprogramma bestaat uit een poli-, dag- en klinische behandeling en, op locatie binnen het Han Fortmann-centrum, een mindfulness training. Het uitgangspunt is de protocollaire behandeling bij depressie van Boelens (2004), geïntegreerd in de klinische setting, volgens het bio-psycho-sociaal verklaringsmodel. Cgt wordt in groepsverband aangeboden in wekelijkse bijeenkomsten. Doel hiervan is inzicht krijgen in de cognitieve schema’s van depressieve patiënten en hen ervaringen laten opdoen met cgt. Het programma heeft veel educatieve elementen: er wordt veel informatie verstrekt over diagnostiek, symptomen, oorzaken en behandeling van depressie.
Workshops
In de workshop Interoceptieve exposure begon Jacobs (cognitief gedragstherapeutisch werker en voorzitter van de sectie cgw van de vgct) met de uitleg over de paniekcirkel volgens Clark: catastrofale interpretatie >> angst >> fysieke sensatie.
Vervolgens introduceerde Jacobs de rationale van de Unified Treatment Therapy (ut) van Barlow. Uitgangspunt hierbij is dat negatieve emoties en fysieke gewaarwordingen worden opgevat als te verdragen en acceptabel. Men onderdrukt de emotie of fysieke gewaarwording dus niet maar blijft in de emotie of situatie. De stemming en het fysieke gevoel zullen op natuurlijke wijze herstellen. Ut is dus niet gericht op angstreductie maar op het trainen in het verdragen van aversieve fysieke gewaarwordingen en negatieve emoties. Hiermee past het ook in het denken van mindfulness en act.
We deden zelf interoceptieve exposure-oefeningen ‘hoofdschudden’, ‘hyperventilatie provocatie’ en ‘door een rietje ademen met de neus dicht’ en ervoeren dat de sensaties te verdragen zijn en na kortere of langere tijd vanzelf weer verdwijnen.
Van der Bilt legde in de workshop Motiverende gespreksvoering uit dat het een directieve methodiek is, gericht op de interne motivatie tot verandering. Deze methodiek is krachtig, respectvol en op zoek naar veranderwensen. De verantwoordelijkheid blijft bij de cliënt en is gericht op groei en dynamiek. Ambivalentie wordt versterkt en uiteindelijk opgelost. Algemene principes van Motiverende gespreksvoering zijn: onvoorwaardelijke acceptatie en empathie, constructieve confrontatie, ontwikkelen van discrepantie en herkennen van verandertaal, meebewegen met de weerstand en ondersteuning van persoonlijke effectiviteit.
Een eerste thema vormen de drie communicatiestijlen die bij Motiverende gespreksvoering gebruikt kunnen worden. Hiermee wordt geduid op de stijl van ‘gidsen’ waarbij de cliënt de hoofdrol krijgt, op ‘volgen’ waarbij met aandacht geluisterd wordt naar de beleving van de cliënt en op ‘richting geven’ waarbij de hulpverlener tijdelijk het initiatief neemt. Een tweede workshopthema is de vraag hoe ambivalentie ingezet kan worden als hulpmiddel bij Motiverende gespreksvoering. Ambivalentie is gezond en stelt ons in staat om afwegingen en keuzes te maken op basis van onze waarden en doelen nu en in de toekomst. De ambivalentie wordt versterkt en uiteindelijk opgelost door de voor- en nadelen van de huidige situatie en van de gewenste situatie te onderzoeken.
Het laatste thema is het uitlokken van verandertaal. Hiervoor wordt de cliënt uitgedaagd tot het noemen van duidelijke voordelen van gedragsverandering in een positief gestelde zin. Met de cliënt wordt de noodzaak van verandering onderzocht en uitgedrukt op een schaal van 1 tot 10. De cliënt geeft op eenzelfde schaal aan hoeveel vertrouwen hij erin heeft dat hij zijn doel zal bereiken.
In de derde Workshop, legde Sandifort uit wat Competitive memory training, kortweg Comet Training, is. Deze training, ontwikkeld door Kees Korrelboom, is gebaseerd op het principe dat twee met elkaar in strijd zijnde geheugenrepresentaties niet gelijktijdig kunnen bestaan. Je kunt niet tegelijk bang en blij zijn.
Het is een serie cognitief gedragstherapeutische interventies die bestaat uit verschillende korte geprotocolleerde trainingen. Hij kan zowel individueel als in kleine groepen (vijf tot acht patiënten) worden uitgevoerd. Er zijn zes tot acht wekelijkse sessies. Comet maakt deel uit van een uitgebreidere behandelstrategie.
De cliënt moet zich een voorstelling gaan maken van het probleem of de angst waarvan hij last heeft (beeld). Dit beeld laat hij dan zien in een houding en gezichtsuitdrukking (houding) en hij formuleert er een uitspraak bij die klopt bij de situatie (zin). Nadat deze drie fasen doorlopen zijn, wordt er gewerkt aan een andere geheugenrepresentatie die niet met de eerste kan samengaan. Deze nieuwe representatie wordt ook uitgewerkt in een beeld, houding en zin. Het gevoel wordt beïnvloed door de houding te veranderen. Het is de bedoeling dat de cliënt de nieuwe presentatie gaat toepassen als bijvoorbeeld de paniek of het piekeren weer toeslaan.
Het groeiend aantal geregistreerde cognitief gedragstherapeutisch werkenden en het grote aantal congresbezoekers (maximaal aantal deelnemers voor de capaciteit van de zaal) getuigen van een snel groeiende belangstelling voor het beroep van cgw. Als medewerkers van het mmc bezochten we voor de eerste keer dit congres en hebben het als zeer inspirerend ervaren om door collega’s over nieuwe ontwikkelingen geïnformeerd te worden. Een pluim voor de organisatie.
Mw E. van de Bogaart, mw M. Brüsewitz, mw T. van der Velde en mw Ch. van Uden zijn als psychologisch medewerkers/cognitief gedragstherapeutisch medewerkers verbonden aan een ziekenhuis.