Lees verder
Toen ik jong was, leek archeoloog worden me wel wat. Op latere leeftijd ben ik criminaliteit interessant gaan vinden, omdat ik niet kon begrijpen wat misdadigers beweegt. Aanvankelijk kwam ik in mijn studiekeuze uit bij rechten. Maar na een paar maanden wist ik dat het niets voor mij was, want ik wilde vooral weten waaróm iemand iets gedaan had.
Jeroen van Goor

Daarom switchte ik naar psychologie. Vanaf dag één vond ik het erg leuk, vooral het forensische gedeelte. Tegen de tijd dat ik de master Psychology and Law had afgerond, had ik nog geen cliënt gezien. Ik wilde praktijkervaring, dus studeerde ik verder. Ik kon vrij soepel de master Mental Health erachteraan doen, inclusief een stage van negen maanden.

Die stage deed ik als basispsycholoog in een instelling voor verslavingszorg. Heel interessant, want mensen worden niet wakker op een dag en denken: zoek het maar uit, ik ga drugs gebruiken. Meestal speelt er een heel verhaal achter. Die puzzelstukjes bij elkaar zoeken, daar had ik plezier in.

Na mijn stage vond ik een functie als woonbegeleider van onder andere gedetineerden, maar behandelen was er niet bij. Daarom was mijn volgende stap een werkervaringsplek als basispsycholoog binnen een verslavingsinstelling. Helaas ging die na drie maanden failliet.

Kleine signalen

Ik vond een baan als sociotherapeut in tbs-kliniek De Voorde in Amersfoort. Ik werkte er op een long care-afdeling voor mensen met chronische problematiek, zoals schizofrenie. De meeste patiënten hadden meerdere diagnoses en de kans was niet heel groot dat ze snel weer terug de maatschappij in konden. Er zaten mensen die een gevaar waren voor anderen, maar ook mensen die meer een bedreiging voor zichzelf vormden. Die twee groepen zaten bij elkaar op de afdeling.

Het was wennen om daar rond te lopen. Zeker de eerste maand was ik alerter. Het is belangrijk om niet alleen het delict te zien. Uiteindelijk heb je te doen met mensen en moet je ze proberen te begrijpen. Ze hebben vaak een leven geleid waar hun (mis)daden min of meer uit voortkomen.

In zo’n kliniek zijn heel veel checks, alles draait om veiligheid. Je werkt er nauwer samen met je collega’s dan waar dan ook. Je staat met z’n tweeën op een afdeling en hebt ongeveer twaalf patiënten onder je hoede. Daarom is het ook zo belangrijk om goed samen te werken en situaties in te kunnen schatten. Om gevaarlijke situaties voor te zijn, leer je bewust te worden van kleine signalen. Bijvoorbeeld als iemand ’s ochtends meer moeite heeft met opstaan, of gaat vervuilen, als zijn kamer rommelig wordt en hij niet meer gaat douchen. Of als hij ongepaste opmerkingen gaat maken. Het is belangrijk hem te blijven behandelen als mens, te kijken hoeveel verantwoordelijkheid je iemand kan geven. Want als je iets samen maakt, kun je iemand ook op zijn of haar afspraken aanspreken.

Ingesloten

Ik heb me één keer bedreigd gevoeld. Ik stond alleen in de gemeenschappelijke ruimte en een man werd boos over het eten. Hij stond tegenover me te schreeuwen. Andere patiënten bleven eromheen staan, sommigen hadden vast ingegrepen als er iets was gebeurd, maar dat weet je nooit zeker. Ik ben in contact gebleven en heb hem uiteindelijk naar zijn kamer gekregen, waar ik hem ingesloten heb. Wat ik ervan geleerd heb? Dat ik misschien wel stressbestendiger was dan ik dacht, omdat ik dit soort incidenten in goede banen wist te leiden.

Na een jaar bij De Voorde begon echter het besef in te dalen dat dit werk me niet genoeg voldoening gaf. Ik hou ervan als je met een cliënt behandeldoelen kan stellen en stappen kan zetten. Dat was niet mogelijk binnen deze setting, door de problematiek ligt de focus meer op kleine stapjes. Na een jaar ben ik in goed overleg gestopt.

Thuiskomen

Via een oud-collega belandde ik ergens waar ik wel echt aan de slag kon met cliënten, als psycholoog-NIP bij een revalidatiecentrum voor mensen met psychosomatische klachten. Ik had een sollicitatiebrief gestuurd waarin ik heel transparant over mezelf was: dat ik bij De Voorde erachter kwam dat de forensische zorg niks voor mij was, en dat ik dus op zoek was naar iets anders. Achteraf zei mijn leidinggevende dat ze me juist hadden aangenomen omdat ik me kwetsbaar had opgesteld, wat voor hen aangaf dat ik dat durfde, dat ik dicht bij mezelf sta. Dat moet je ook uitstralen naar cliënten.

Eindelijk werkte ik echt als psycholoog! Ik zat niet alleen tegenover cliënten aan tafel maar ging ook met ze sporten. Ik kon echt stappen maken met mensen. De cliënten waren gemotiveerd, wat ook voor mij aanstekelijk werkt. Het mooiste is het als een cliënt zelf vooruitgang opmerkt en vertelt dat hij beter in zijn vel zit, daar doe je het uiteindelijk voor. Maar wegens financiële redenen binnen die organisatie kon ik er helaas niet blijven.

Mijn volgende werkgever was een relatief kleine instelling voor cliënten in de generalistische basis-ggz of in de specialistische ggz. Hierdoor zag ik veel verschillende problematiek en dat veelzijdige vond ik erg leuk. Helaas ging ook dat bedrijf failliet, dat begon wel een beetje de rode draad van mijn loopbaan te worden. Ik besloot toen alleen nog op functies te solliciteren die me echt aanspreken en waar ik ook uitzicht heb op een gz-opleidingsplaats.

En dat wierp vruchten af. Per 13 augustus ben ik aan de slag gegaan als basispsycholoog in de generalistische basiszorg bij Indigo Woerden. Een leuke nieuwe uitdaging!’