Hoe de mens werkt en waar ons gedrag door beïnvloed wordt, boeit mij. Soms laten we ons echt door hele kleine dingen sturen! Het vak social influence vond ik ook een van de leukste vakken. Wil je bijvoorbeeld dat mensen hun afval netjes in de afvalbak gooien? Dan doe je er goed aan om de omgeving niet superschoon te houden. Plant gerust ergens een blikje of afvalpropje. Zo worden we ons bewuster van dat vuilnis en dat het daar niet hoort. Mensen gooien hun rommel zo vaker in de prullenbak dan wanneer het helemaal schoon is. Daarnaast vond ik tijdens mijn bachelor het vak ‘Psychopathologie kind en jeugdige’ erg leuk. Het was interessant om door middel van voorbeelden een beeld te krijgen van alle psychische stoornissen waar kinderen en jongeren mee te maken kunnen krijgen. En de vakken die ik volgde over sport- en prestatiepsychologie en over talentontwikkeling spraken mij ook erg aan. Daarom volg ik nu de master Talent Development and Creativity, ook in Groningen. Met deze master kun je een basiscertificaat behalen om uiteindelijk een postmaster in de sportpsychologie te doen. Ik vind talentontwikkeling heel interessant en vraag me af hoe je het beste uit jezelf en anderen kunt halen. In een vak dat ik volgde over onder meer sportpsychologie leerde ik al een aantal technieken die helpen om je aandacht te houden bij datgene wat je moet doen. Dat vak ging ook over verschillende mindsets die daarbij kunnen helpen.
FC Groningen
Nu loop ik stage bij FC Groningen. Al ligt dat vanwege corona een beetje stil. Gelukkig is het een onderzoeksstage en schrijf ik daar ook mijn afstudeerscriptie. De data die ik daarvoor gebruik, zijn al verzameld door de voetbalclub. Dat gaat dus gewoon door. Ik onderzoek in welke mate groepsgemiddelden iets voorspellen over individuele spelers. Hierbij kijk ik naar de ervaren mate van inspanning na een training of wedstrijd en de ervaren mate van herstel voor een training of wedstrijd. Ik vind het leuk om deze stage te doen en ontmoet leuke mensen, al ben ik er helaas nog maar een paar keer fysiek geweest.
Wat ik hierna ga doen, weet ik nog niet zo goed. Onderzoek doen spreekt me niet zo aan. Scriptie schrijven vind ik bijvoorbeeld niet bijzonder leuk. Al spreekt het me wel aan dat je als onderzoeker heel veel van een onderwerp afweet. Maar de praktijk past beter bij mij. Ik zou wel graag met kinderen willen werken, als kindercoach bijvoorbeeld. Kinderen zijn heel eerlijk en hebben vaak baat bij de hulp die je ze biedt, omdat ze nog jong zijn. De leeftijdsgroep maakt me niet zoveel uit. En misschien wil ik iets doen met sport. Alleen dat soort vacatures zijn volgens mij best zeldzaam. En voor mezelf beginnen wil ik liever niet. Misschien wel als ik wat meer ervaring heb hoor. Als starter zoek ik eigenlijk een baan met collega’s zodat ik nog van hen kan leren.
Kindertelefoon
Naast mijn studie werk ik bij de Kindertelefoon. We chatten en telefoneren. Dat doen we nog wel op kantoor trouwens. Soms voer ik heftige gesprekken met kinderen, bijvoorbeeld over huiselijk geweld of misbruik. In het begin vond ik het lastig om dat los te laten als ik weer thuiskwam. Nu gaat dat steeds beter. Het is fijn als je met deze kinderen kunt afspreken dat ze aan iemand gaan vertellen wat er aan de hand is. Bijvoorbeeld aan een juf of meester. Dan hang ik wel op met een gevoel alsof ik ze heb geholpen. Maar je weet natuurlijk nooit helemaal zeker of ze het echt gaan doen.
Sinds de coronacrisis wordt er wel vaker gebeld over huiselijk geweld, maar zelf heb ik die gesprekken sindsdien nog niet gehad. Ik spreek, als het gaat om corona, vooral kinderen die zich een beetje vervelen. We kijken dan samen naar dingen die ze leuk vinden om te doen. Sommige kinderen zijn wel bang dat iemand die ze kennen ziek wordt van het virus.
Verder geef ik samen met andere studenten studievoorlichting op middelbare scholen over studeren en het studentenleven. En ik geef studiekeuzeworkshops aan vwo-5-leerlingen. Hoe maak je bijvoorbeeld de juiste studiekeuze en hoe gaat studeren er eigenlijk aan toe? Verder ga ik vaak naar informatiemarken op middelbare scholen. Ik krijg dan veel vragen over studeren in algemene zin. En ik kan zelf ook vragen stellen. Bijvoorbeeld over of ze al een beetje weten wat ze leuk vinden. Contact met leerlingen vind ik altijd heel leuk. Alles ligt nu helaas stil. Scholieren kunnen me nog wel mailen. Als je geïnteresseerd bent in hoe wij mensen in elkaar zitten en waardoor we worden beïnvloed, of als hersenen en psychische stoornissen je aanspreken, is psychologie een goede keuze. Maar besef ook dat onderzoek, statistiek en theorie een grote rol spelen.
‘De interesse voor psychologie heb ik van huis uit meegekregen’
Misschien wil ik nog een tweede master doen, bijvoorbeeld ontwikkelingspsychologie, of kinder- en jeugdpsychologie. Want het gaat zo snel allemaal. Of ik ga nog even reizen als dat weer mogelijk is. Ik heb ook wel zin om alles wat ik leerde tijdens mijn studie straks in een baan toe te passen. En ook om nóg meer te leren. Ik hoop dat ik steeds beter weet wat ik nu écht leuk vind om te doen. Als je studeert lijken veel dingen interessant, maar je kunt dat pas echt zeggen als je het hebt gedaan natuurlijk.’
Beeld: Reyer Boxem