Log in
Zelfbeoordelingen worden in de selectie- en beoordelingspraktijk doorgaans ter beschikking gesteld aan iemand anders. Wederzijdse misleiding is daarbij een reëel gevaar. Wim Hofstee, Frank Brokken en Boele de Raad presenteren een nieuwe methode die bestaat uit het opsporen van de meest karakteristieke eigenschap van de persoon. ‘Wat resteert, is de constructie van een volwaardig instrument.’
Frank Brokken, Boele de Raad, Wim Hofstee

In de praktijk van de toegepaste persoonlijkheidspsychologie pleegt het resultaat van een zelfbeoordeling ter beschikking te worden gesteld aan iemand anders, die adviseert of beslist over die persoon, met het oog op selectie of behandeling. Dat is een problematisch scenario, waarin wederzijdse misleiding aan de orde van de dag is. In het intra-individuele scenario dat hier centraal staat, beoordelen primair anderen de persoon, en wordt het resultaat aan die persoon zelf gerapporteerd. Het doel is, algemeen gesproken, dat die persoon daar wijzer van wordt. Een voorwaarde daarvoor is: rapportage in begrijpelijke (voor de leek dus, niet alleen voor de expert) termen. We schetsen en illustreren hier een nieuwe methode die daar beter aan voldoet dan de gebruikelijke opsomming van een aantal (letterlijk) onsamenhangende scores op relatieve schalen. De methode bestaat uit het opsporen van de meest karakteristieke eigenschap van de persoon, zoals in een typering.

Om met de illustratie te beginnen: in ons onderzoek op archiefmateriaal wordt een van de