Lees verder
‘Het is een geliefd onderwerp van auteurs en regisseurs’, schrijft cognitief gedragstherapeut Ingrid Candel in het voorwoord van haar deze maand te verschijnen boek Tot hier en niet verder. Maar seksuele relaties tussen zorgverleners zoals huisartsen, fysiotherapeuten, haptonomen, verpleegkundigen en psychologen en hun cliënten komen niet alleen in films voor. ‘Dit soort relaties is realiteit,’ stelt Candel. Zij kan erover meepraten, gezien haar autobiografische boek. Een fragment plaatsen we hier als forumstuk. Henk Geertsema reageert.
Ingrid Candel, Henk Geertsema

In 2016, toen ik werkzaam was als psycholoog, kreeg ik een relatie met een cliënt. Ik werkte op dat moment in een kliniek, was niet gelukkig met de relatie die ik had en werkte hard. Dat mijn relatie niet lekker liep en dat ik me op mijn werk stortte, had met elkaar te maken, besef ik nu. Ook weet ik nu dat de omstandigheden van toen me vatbaar hebben gemaakt voor de liefde die opbloeide tussen de cliënt en mij. Er waren signalen, maar ik pikte ze niet op, omdat ik simpelweg niet wist dat het waarschuwingstekens waren. Ik had niet door dat het uitlopen van mijn sessies en het extra tijd besteden aan de cliënt, tekens aan de wand waren. Sterker nog, ik was ervan overtuigd dat het goed was wat ik deed. Nu, vier jaar later, weet ik zo veel meer dan toen. Ik heb gelezen, met anderen gesproken en aan mezelf gewerkt. Een groot deel van de kennis die ik op die manier heb opgedaan, heb ik in mijn boek gedeeld. Daarmee hoop ik zorgverleners te informeren en te behoeden, opdat ze geen seksuele relaties aangaan met hun cliënten. In de meeste gevallen leveren die relaties alleen maar verliezers op.

Onderwijs

Kenmerkend voor de zorg is de ongelijkwaardige en afhankelijke relatie tussen de zorgverlener en de cliënt. Dat typeert de relatie en is ook precies de reden waarom seks tussen een zorgverlener en cliënt verboden is. De zorg is echter niet de enige sector waarongelijkwaardige en afhankelijke relaties voorkomen. Dergelijke relaties zijn ook kenmerkend voor het onderwijs. Leerlingen zijn in zekere zin afhankelijk van hun docenten en daarom zijn ook de relaties tussen die twee partijen ongelijkwaardig. Seks tussen docenten en minderjarige leerlingen is sowieso verboden. Als het om meerderjarige leerlingen gaat, dan is een seksuele relatie niet altijd verboden, maar wel ongewenst.

‘Strafbaar of niet strafbaar, een liefdesrelatie tussen een schoolmedewerker en een leerling is altijd ongewenst,’ schrijft ‘School & Veiligheid’ – een stichting die werkt in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap – dan ook op haar website. Net als in de zorg, geldt ook hier dat exacte cijfers over het vóórkomen van relaties tussen docenten en leerlingen ontbreken. Wel is bekend dat in het schooljaar 2017-2018 203 meldingen zijn gedaan van seksuele intimidatie en 134 van seksueel misbruik bij vertrouwensinspecteurs van de Inspectie van Onderwijs. Deze meldingen waren afkomstig van ouders, leerlingen, docenten en directeuren van het primair, speciaal, voortgezet, middelbaar en hoger onderwijs.

Of seksuele relaties tussen docenten en leerlingen hier ook onder vallen is niet bekend. We weten wel dat die relaties, net als in de zorg, voorkomen. Uit een al wat ouder onderzoek, uit 2011, van KRO Brandpunt in samenwerking met communicatiebureau EDGMedia bleek dat bijna de helft van de scholen in het voortgezet onderwijs in de tien voorafgaande jaren één of meerdere keren te maken had met docenten die een seksuele relatie onderhielden met een leerling. Evenals in de zorg zijn deze relaties in de meeste gevallen schadelijk voor de drie betrokken partijen: de leerling, de docent en de onderwijsinstelling.

Het is aannemelijk dat de factoren die een rol spelen in grensoverschrijdend gedrag van zorgverleners overeenkomen met de factoren die het risico op dat gedrag van docenten vergroten. Zeker als het gaat om de zorgverlener- gebonden factoren. Het zijn naar alle waarschijnlijkheid ook docent-gebonden risicofactoren. En ook hier zijn er naar alle waarschijnlijkheid twee groepen docenten te onderscheiden: de verliefde en de zieke docent.

In 2018 berichtte de Volkskrant dat de rechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst tussen een Nederlandse hogeschool en een docent per direct ontbonden kon worden vanwege seksueel grensoverschrijdend gedrag. Al sinds 1997 was de school bekend met klachten van studenten over de docent. Die klachten gingen over grensoverschrijding variërend van het geven van een full body massage van de docent tot het uitdelen van een tik op de billen van studenten. Deze docent zou wel eens in de tweede categorie kunnen vallen. Het ging niet om een eenmalige handeling of relatie en het gedrag van de docent veranderde niet na eerdere waarschuwingen. Maar er zijn ook verliefde docenten, zo blijkt uit een artikel uit 2019 in het tijdschrift Linda met de titel ‘Dolverliefde Arnhemse docent ontslagen vanwege relatie met leerling (17)’.

Verliefd of ziek, ook op grensoverschrijdend gedrag van docenten rust een taboe, waardoor veel informatie niet wordt gedeeld. Verhalen worden door alle partijen in de doofpot gestopt en er blijft daardoor veel waardevolle en wellicht sectorspecifieke informatie onbekend. Ook grensoverschrijdende docenten wil ik aanmoedigen om hun verhaal te delen.

Makkelijk praten over moeilijke dingen

Ik breek een lans voor het makkelijker bespreekbaar maken van moeilijke dingen. Fouten maken vinden wij lastig. We willen het graag goed doen, we streven als het ook maar even kan naar perfectie. Succesverhalen worden vaak en makkelijk gedeeld. Behaalde diploma’s worden getoond op Facebook en behandele¢ecten worden gepresenteerd op websites van zorginstellingen. We zijn er terecht trots op. Bovendien leven we in een competitieve wereld waarin concurrentie hoogtij viert. Om ons te kunnen onderscheiden van anderen kunnen we er dus maar beter voor zorgen dat we uitblinken en dat anderen zien dat we dat doen. Dat we de beste zijn. Met het delen van fouten, van bijvoorbeeld onsuccesvolle behandelingen en van grensoverschrijdend gedrag zijn we dan ook minder scheutig. We worden erop aangekeken en erop afgerekend. Dat geldt ook voor zorgverleners en voor zorginstellingen. Dat maakt dat ze misstanden onder het tapijt vegen. Er wordt nauwelijks gesproken over de kleine en grote fouten die zorgverleners maken in het contact met cliënten. Dat ze gemaakt worden, is zo goed als zeker, het kan niet anders, zorgverleners zijn immers mensen.

Als het gaat om de psychotherapeutische behandeling van getraumatiseerde cliënten dan zijn fouten zelfs aan de orde van de dag. Als zorgverleners het daar niet over hebben, dan leren ze niet van de fouten die worden gemaakt en dan worden ze keer op keer gemaakt. Wat zou er gebeuren als elke intervisiebijeenkomst van zorgverleners start met een deelronde over een fout die is gemaakt? Wat zou er gebeuren als instellingen een prijs uitreiken aan de zorgverlener die in een bepaalde maand de grootste blunder heeft begaan in plaats van aan de zorgverlener die het beste resultaat heeft geboekt of de hoogste cliënttevredenheidsscore heeft behaald? Zou het zo kunnen zijn dat moeilijke dingen, zoals het maken van fouten, dan makkelijker bespreekbaar worden? Zou het zo kunnen zijn dat dat de deur opent naar het delen van kwetsbaarheid en menselijkheid? En zou het zo kunnen zijn dat om die reden, grote fouten minder snel worden gemaakt? Omdat zorgverleners eerder moeilijkheden aankaarten, bespreken met elkaar? Ik denk dat dat zo zou kunnen zijn.


Reactie

Leer je van andermans fouten?

Ik hoop het! Ingrid Candel gelooft er in ieder geval in. Zij hoopt met het vertellen van haar verhaal over het aangaan van een relatie met een cliënt andere zorgverleners te informeren en te behoeden voor dergelijke misstappen. Ik hoop van ganser harte dat haar dit lukt.

Zij trekt de kring breder dan alleen de psychologen. Ook in het onderwijs vindt grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie en misbruik plaats. Gemeenschappelijk in al deze professionele relaties is dat er sprake is van afhankelijkheid en machtsongelijkheid. Deze ongelijkheid is juist de basis van deze relaties en bedoeld om doelen te bereikend als psychisch welzijn of kennisverwerving. Dit vraagt om een respectvolle en zorgvuldige houding van de docent of hulpverlener; het eigenbelang is daarbij ondergeschikt.

Candel maakt onderscheid tussen zieke en verliefde professionals. Ik ben benieuwd hoe zij dat in haar boek uitwerkt. Op grond van wat ik weet uit tuchtrechtafspraken zou ik onderscheid maken tussen hulpverleners die willens en wetens de schreef over gaan en zij die in een dergelijke situatie verzeild raken. De eerste groep moet uiteraard zo snel mogelijk gestopt worden. Van hen valt wellicht ook weinig te leren. Maar juist degenen die verliefd worden en bij de ander een warm welkom vinden, zijn waarschijnlijk de collega’s van wie we leren kunnen.

‘Ik zou onderscheid maken tussen hulpverleners die willens en wetens de schreef over gaan en zij die in een liefdessituatie verzeild raken’

Hoe vaak komt het eigenlijk voor dat psychologen een romantische of seksuele relatie aangaan met een cliënt? We weten het niet. Candel stelt dat het gebeurt omdat zorgverleners immers ook gewoon mensen zijn. Dat laatste is waar, maar ik mag toch hopen dat het onderwijs in de beroepsethiek hier een rem op is. Wat we erover weten komt uit tuchtrechtuitspraken en anekdotische verhalen uit de media. Dat levert geen aantallen op. Het zou helpen als we meer weten over welke factoren gemakkelijk tot dit gedrag leiden; welke cognities hebben psychologen bij het aangaan van een relatie; hoe rechtvaardigen zij dit voor zichzelf; wat zeggen zij tegen hun (ex-)cliënten; hoe pakt de ongelijkheid op termijn uit; etc. Inzicht in de dynamiek van deze situaties kan helpen om jonge collega’s er beter op voor te bereiden.

Candel pleit in ieder geval over meer openheid over dergelijk fouten. Ik deel dit pleidooi, al besef ik ook hoe moeilijk het kan zijn om met je verhaal naar buiten te komen. Eerst maar eens haar boek lezen.

Illustratie: Chiara Arkesteijn