Nog voor ik was afgestudeerd, struinde ik het internet af naar vacatures. Er waren weinig vacatures en als er eens ergens een plek was en ik solliciteerde, hadden ook al mijn studiegenoten gesolliciteerd. Het was echt moeilijk, ik ben zelfs wel eens afgewezen voor een werkervaringsplek omdat ik te weinig werkervaring had. Toch had ik een paar dagen na mijn laatste stagedag een sollicitatiegesprek bij De Bascule voor een werkervaringsplek. Ik werd aangenomen. Hoewel ik het twijfelachtig vind of je wel moet gaan werken zonder daar voor betaald te worden, heb ik de plek geaccepteerd. In juli studeerde ik af, in augustus ben ik daar begonnen. Na tien maanden te hebben gewerkt, kreeg ik een contract. Tijdelijk, maar wel betaald.
Indruk
Ik werkte bij De Bascule op de afdeling Emotionele Stoornissen en werd behoorlijk in het diepe gegooid. Om me nog wat verder als therapeut te verdiepen, ben ik een cursus cognitieve gedragstherapie gaan volgen. Bij De Bascule kwamen kinderen met ernstige klachten. Ik heb er veel geleerd, onder andere om naast de patiënt te gaan staan en aan te sluiten bij zijn of haar tempo. Zelf denk je al snel: hup, vooruit, maar je helpt een cliënt veel meer door hem te steunen tot hij zelf zover is. Zo was er een meisje van veertien dat al bijna een jaar haar huis niet uit was geweest. De aanleiding werd niet helemaal duidelijk. Andere instanties wilden haar niet meer helpen, omdat ze niet kwam opdagen. Maar dat was dus omdat ze haar huis niet meer uitkwam. We hebben met een team geprobeerd haar toch te motiveren om de zorg te aanvaarden. Dat team bestond uit een psychiater, een psycholoog, een collega en mij. We overlegden met elkaar over haar, we gingen naar haar toe en spraken met haar ouders. En dat deden we maandenlang. Het maakte indruk op mij, dat je met zoveel mensen zoveel zorg hebt om één individu. Ze is uiteindelijk klinisch opgenomen en ging ook weer naar school. Het ging om maar één individu, maar het betekent veel voor zo’n meisje, haar leven was pas begonnen.
Een andere cliënt die me bijbleef was een jongen die bij ons kwam met angstklachten. Hij was lang bij een collega in behandeling geweest. We wilden dat hij weer naar school ging. Maar op een gegeven moment haakte zijn moeder af. Ze wilde dat hij thuis onderwijs kreeg en vroeg mij daar een verklaring voor te schrijven. Ik vond dat helemaal niet goed voor dit kind. Aan de andere kant was ik bang dat als ik het niet zou doen, ik hem zou kwijtraken. Wat ik ook deed, er was geen goede optie. Ik vond dat een lastig dilemma. Ik heb uiteindelijk geen briefje geschreven en ze zijn naar een andere behandelaar gegaan.
Netwerk
Inmiddels werk ik bij Kinder- en Studentpraktijk Amsterdam op een gz-opleidingsplek. Ik ben er geïntroduceerd via mijn netwerk. Hoewel ik gewoon de sollicitatieprocedure heb doorlopen – ik heb een brief geschreven en kreeg twee gesprekken – gaf zo’n introductie wel net een ander gevoel. Daardoor was ik niet meer een van de vele anonieme sollicitanten, ze waren op mij geattendeerd.
De cliëntenpopulatie is heel uiteenlopend. Ik doe intakes en behandel cliënten. Soms is er sprake van lichte problematiek, maar er komen ook cliënten met zwaardere problemen. Daarnaast voer ik psychologische onderzoeken uit bij jongeren die van een strafbaar feit worden verdacht. De diversiteit van het werk spreekt me aan. Het ene moment zit je in een kamer met een angstige cliënt, het volgende met een jongen die van straatroof wordt verdacht en vervolgens spreek ik met een leerklacht over een druk kind met ADHD en bespreken we wat de leerkracht kan doen om het kind te helpen. Of ik doe een observatie in de klas.
Wat ik wil bereiken? Op dit moment vind ik mijn werk gewoon heel leuk, daar gaat mijn energie in zitten. Ik kijk daarom nu nog niet zover vooruit.’