Joséi werd van februari tot juni 2006 opgenomen in een ggz-instelling. Daarna volgde zij een poliklinische behandeling. Ingrid, klinisch psycholoog en regievoerder, was van het najaar 2012 tot april 2015 haar behandelaar. Joris, de man van José, was betrokken bij de opname in 2006. Hij werd op dat moment goed geïnformeerd, maar dat hield daarna op. José maakte het aan al haar behandelaars duidelijk dat zij niet wilde dat Joris over haar problemen en de behandeling geïnformeerd zou worden. De behandelaars hielden zich aan haar wens en dus bleef Joris verstoken van informatie over zijn vrouw. Over haar ontslag in 2006 en de verdere behandeling werd hem niets verteld. Pas in november 2014 legde de casemanager hem uit dat dit gebaseerd was op de uitdrukkelijke wens van José.
Joris is het hier niet mee eens. Hij vindt dat hij als echtgenoot en mantelzorger door gebrek aan informatie niet adequaat heeft kunnen reageren op de acute symptomen en klachten van