Na haar studie klinische en cognitieve psychologie in Leiden, promoveerde Mariska Kret op een onderzoek naar lichaamstaal, aan de Tilburg University. ‘Ik hield me bezig met vragen als: hoe zien we aan iemands lichaam hoe hij zich voelt? En wat gebeurt er vervolgens in ons eigen lichaam? De manier waarop we lichaamsexpressie herkennen, is vergelijkbaar met hoe we gezichtsexpressie herkennen. Met één verschil: lichaamstaal is van een grotere afstand te herkennen en er zit een sterkere bewegingscomponent in. Bij angst deinst iemand terug en maakt zich klein. Bij woede gaat hij naar voren en maakt zich groot.’
Met een Veni-subsidie ging ze op zoek naar alternatieve uitingen van emoties. De grootte van de pupil is daarvan een voorbeeld. Mensen passen onbewust hun pupilgrootte aan elkaar aan en grote pupillen geven een gevoel van vertrouwen. Kret onderzocht dit bij depressieve patiënten, samen met psychiater Katja Koelkebeck van het psychiatrische ziekenhuis in het Duitse Essen. Ook bij depressieve patiënten bleek