Lees verder
Iva Bicanic, Hoofd Landelijk Psycho­traumacentrum & Centrum Seksueel Geweld
Geertje Kindermans

Zo’n twintig jaar geleden, toen ik in het Kinder- en Jeugd Traumacentrum in Haarlem werkte, maakte ik in een ziekenhuis in de vs voor het eerst kennis met de multidisciplinaire aanpak van kindermishandeling. Ik bezocht het Chadwick Center for Children & Families in San Diego en daar zaten alle functionarissen om de tafel die met de gevolgen van kindermishandeling te maken hebben: de kinderarts, radioloog, forensische arts, rechercheur, psycholoog, maatschappelijk werker, advocaat. Ze overlegden over een casus. Iedereen was even belangrijk. Dat was nieuw en inspirerend voor mij, dat zijn we later in Nederland ook gaan doen in het Centrum Seksueel Geweld.

Onder één dak

Tien jaar later werkte ik in het Landelijk Psychotraumacentrum van het UMC Utrecht en we werken er interdisciplinair. En toen maakte in Denemarken kennis met de rape centers zoals die in Scandinavië zijn ingericht. Ook daar werken forensische en psychologische disciplines met elkaar samen, maar daar zitten ze letterlijk onder één dak. Mensen die net een verkrachting hebben meegemaakt, komen daar naartoe. En met net bedoel ik: gisteren of vandaag.

Ik werkte toen veel met jongeren, maar die hadden doorgaans eerst geprobeerd de verkrachting te vergeten. Als ze dan toch vastliepen, kwamen ze bij het Landelijk Psychotraumacentrum terecht. Ik heb naar deze groep promotieonderzoek gedaan en vond onder andere dat meisjes van 12 tot 25 jaar die waren verkracht gemiddeld 21 weken wachten voordat ze ermee naar buiten komen en pas na een jaar hulp zoeken.

Op zichzelf is dat te begrijpen. Na een verkrachting willen de meeste mensen het gebeuren onder de douche van zich afspoelen en vergeten. Weinig slachtoffers hebben er behoefte aan om meteen naar een professional te gaan, maar het heeft grote voordelen als je dat wel doet. Op het forensische vlak, want dan zijn er nog sporen van de dader in of op het lichaam van het slachtoffer. Ook medisch gezien biedt het kansen, zo kun je preventieve medicijnen geven om zwangerschap of besmetting met soa of hiv, hepatitis C of B te voorkomen. En tot slot zijn er op psychologisch vlak voordelen. Mensen die net verkracht zijn, krijgen last van acute stressreacties. Net als na een inbraak, een ongeval of een brand krijgen ze herbelevingen, ze kunnen niet slapen of zich concentreren. Maar in tegenstelling tot een ongeval of een brand, wordt er niet makkelijk gepraat over seksueel geweld. Dat maakt de kans op vastlopen heel groot. Na een verkrachting ontwikkelt veertig procent van de slachtoffers zes maanden later een posttraumatische stresstoornis (ptss). Dat is veel hoger dan na andere traumatische gebeurtenissen.

Letterlijk een huisje

Nog weer later kwam ik het allermooiste en zuiverste voorbeeld van een rape center tegen in Kaapstad. Dat is de rape capital van de wereld, en daar in een township – dus het armste deel van de stad – stond een rape center in zijn puurste vorm. Het was letterlijk een huisje met een voordeur. Daardoor gaat het slachtoffer naar binnen en komt ze (of hij) drie deuren tegen. De eerste is van de politie, daar worden de sporen veilig gesteld. De tweede deur is van de arts, daar krijgt ze medicijnen en eventueel worden verwondingen behandeld. De derde kamer is voor de psycholoog. Er was ook een douche. En er was een achterdeur waardoor de dader naar binnen werd gebracht. Op die toiletdeur stond ook Perpetrators toilet; toilet van de dader, waar de sporen konden worden ­veiliggesteld. Ik vond die benaming van het toilet indrukwekkend, voor slachtoffers is het heilzaam, maar in Nederland kan dat niet, hier ben je verdachte tot het bewijs is vastgesteld. Je gaat naar binnen, doet alles wat je zou moeten doen in de golden hours. Want in die eerste uren ­liggen kansen die je optimaal wilt benutten.

Inmiddels hebben we in Nederland ook rape centers ingericht voor acute slachtoffers van seksueel geweld. Hier noemen we het Centrum Seksueel Geweld. Er zijn er nu twaalf, in het totaal komen er zestien verspreid over het land, zodat mensen niet meer dan één uur hoeven te reizen om er te komen. Ze zitten bijna allemaal op een spoedeisende hulp van een ziekenhuis. Via 0800-0188 is het Centrum Seksueel Geweld permanent bereikbaar.

Daar wordt sporenonderzoek gedaan, medicatie gegeven en eventueel letsel behandeld. De psychologische ondersteuning begint daarna en bestaat uit watchful waiting. De psycholoog hoeft niet te vragen wat er is gebeurd, die informatie is al overgedragen of staat in het patiëntendossier. Dan geven we adviezen, zoals: ga niet in bed liggen, maar houd zoveel mogelijk je dagelijkse routine vast. Sommige mensen denken dat ze gek worden, dan stel je hen gerust door uit te leggen dat herbelevingen normale reacties zijn en je geeft adviezen hoe ze het dragelijker kunnen maken. Na een week of vier moeten de stressreacties zijn uitgedoofd. Gebeurt dat niet dan heeft iemand formeel een ptss en kunnen we traumabehandeling starten, bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie of emdr. We hopen dat met de komst van het Centrum Seksueel Geweld meer mensen zich in die acute fase zullen melden, want dan kun je het meeste doen.’

Foto: Vincent van den Hoogen