Dit citaat is niet afkomstig uit een analyse in een Amerikaanse krant naar aanleiding van de chaos die Donald Trump zeer recent in de Verenigde Staten heeft veroorzaakt. Nee, dit schreef B.F. Skinner, grondlegger van het behaviorisme, in januari 1976 bij een herdruk van Walden Two, zijn utopische roman uit 1948. Daarin schetst hij een ideale samenleving door praktische toepassingen van behavorisme en social engineering. Veel literaire lof is Skinner – in 1904 geboren in Susquehanna (Pennsylvania) en Burrhus voor intimi – voor dat boek niet ten deel gevallen. Maar deze observatie over de American way of life is welhaast angstaanjagend actueel.
Het behaviorisme is allang geen toonaangevende stroming in de psychologie meer. Veel kritiek komt erop neer dat de analyse van alleen uiterlijk registreerbaar gedrag – stimulus-responsrelaties in ons psychologenjargon – te simplistisch is; wat er in onze black box omgaat, is speculatie. Cognitief psychologen en cognitief neurowetenschappers willen nu juist wél weten waarom wij ons gedragen zoals we ons gedragen, wat het geheim is van onze black box. Er is evenwel over te twisten hoeveel signifi cante vooruitgang daarmee is geboekt; niet zelden doen cognitieve theorieën – of speculaties – nogal mechanistisch aan.
Als je het mij vraagt, is het behaviorisme nog altijd springlevend. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten – nog altijd dé manier om iets af te leren. Veel fobici zijn gebaat bij exposure in vivo met datgene waarvoor zij bang zijn. En Skinners wetten van het operante conditioneren – gedragspatronen worden aangeleerd en in stand gehouden door hun gevolgen; positieve versterken het gedrag, negatieve verzwakken het – staan nog altijd als een huis. Waren de deskundigen in het Outbreak Management Team die ons gedrag als dé remedie zien tegen de verspreiding van het coronavirus daarvan maar op de hoogte… you get what you reward. Of neem Big Data, het thema van dit nummer. Big Data zeggen iets over ‘dat we ons zus of zo gedragen’, niet ‘waarom we ons zo gedragen zoals we doen’. Ook Big Data registreren alleen uiterlijk gedrag en zijn daarmee een overwinning van het behaviorisme.
Maakt mijn bewondering voor het gedachtegoed van de man uit Susquehanna mij een behaviorist? Nee. Kent u die grap van die twee behavioristen die met elkaar naar bed gaan? Zegt de een na afloop tegen de ander: ‘Zo dat was lekker voor jou! Hoe wat het voor mij?’