Lees verder
Ik vertelde pas aan mijn studenten hoe ik zelf als student eens vergeten was bij het juiste station uit de trein te stappen omdat ik opging in een wetenschappelijk boek. Ze zeiden dat zoiets nu, met iPhones en sociale media, ondenkbaar is. En daar hebben ze een punt natuurlijk. Ik reis meestal met de auto, maar ga ook regelmatig met de bus naar Utrecht. En dan zit ik Twitter en Facebook te lezen, waar mijn 23 jaar oude zelf nog Mental Models: Towards a Cognitive Science of Language, Inference, and Consciousness van Philip N. Johnson-Laird las.
Rolf Zwaan

Hoe diep zijn we gevallen! Vooral Facebook is vaak van een geestdodende onbenulligheid. ‘Hehe, lekker op de bank met een kopje thee,’ verkondigt iemand aan haar vriendenschare. ‘Voetjes omhoog en een koekje erbij zeker?’ schrijft iemand anders. ‘LoL,’ antwoordt de eerste persoon, ‘Laughing out Loud’. LoL? Wil je werkelijk zeggen dat je hardop moest lachen na die suffe opmerking?
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dit soort spitse geesten al jaren niet meer volg. Ik heb ze ‘uitgezet’, ook al weten zij dit zelf niet – voor Facebook ben ik nog steeds hun ‘vriend’. Deze schijnheiligheid kwam me laatst duur te staan. Op een feestje vroeg ik aan iemand hoe het ermee ging. ‘Nou, zoals je hebt gezien aan mijn Facebook-updates, gaat het dus niet al te goed met mijn gezondheid,’ was het antwoord. Ik wist natuurlijk van niets maar wist me eruit te redden (denk ik) door te zeggen: ‘Ja, maar ik bedoel hoe gaat het sinds je laatste Facebook-update?’
Een Amerikaanse vriend van mij heeft sinds kort ontdekt dat de Republikeinen eigenlijk ongelooflijke mafkezen zijn en plaatst het ene bericht na het andere uit de Huffington Post op Facebook om die stelling te onderbouwen. Nu wisten u en ik al veel langer dat er iets danig mis is met de Republikeinen, maar mijn vriend komt uit een conservatieve familie en is momenteel verwikkeld in een verhit debat met neven en nichten die George W. Bush een prima president vonden en Obama vergelijken met Hitler. Allemaal te volgen op Facebook dus.
Je kunt op Facebook ook artiesten volgen. Zelfs als ze al jaren dood zijn. George Harrison bijvoorbeeld. Leuk, dacht ik, dan krijg ik af en toe een berichtje over een nieuwe biografie of een bootleg of zo. Wist ik veel dat ik een stroom aan berichten zou ontvangen? Ik geef toe, ‘Here Comes the Sun’ is een van mijn favoriete Beatlesnummers, maar ik heb nu ook weer niet de behoefte aan dagelijkse updates over George. Zo veel nieuwe dingen kan hij tenslotte niet meer beleven.
Een tijdje volgde ik de evolutiebioloog en atheïsme-activist Richard Dawkins op Twitter. Dat resulteerde in een stortvloed aan antireligieuze en selfpromoting Tweets (soms tientallen per dag). Het werd al snel teveel. Van de weeromstuit werd ik haast gelovig. Ik heb Dawkins dus weer maar snel ‘ontvolgd’.
Zo, en nu op de bank met een kopje thee. En een boek.