Kennelijk ontleende Kunst het citaat niet aan Lewis Carroll zélf, want hij formuleerde het net iets anders: ‘Everybody has won, and all must have prizes.’ De toelichting die Kunst op het oordeel van de dodo geeft, is bovendien wel juist, maar incompleet. Zij schrijft over een door de dodo aangekondigde race: ‘De dieren beginnen hard rond te lopen en zodra zij droog zijn, roept de dodo dat de race is afgelopen.’
Met deze beknopte toelichting mist zij echter de strekking van het verhaal. Lewis Carroll vertelt namelijk ook nog dat de deelnemers zich op verschillende plaatsen langs het parcours hadden opgesteld en dat niet duidelijk was op welk moment de wedstrijd begon; iedereen begon te lopen wanneer hij wilde. Ook was onduidelijk wanneer de race zou zijn afgelopen, maar na ongeveer een half uur maakte de dodo er opeens een einde aan.
Is die uitgebreide toelichting echt zo belangrijk? Volgens mij bevat deze de essentie van het probleem: alle deelnemers moeten wel in de prijzen vallen, omdat een eenduidig criterium ontbreekt om hun prestaties te beoordelen. En dat is meteen de moraal van het prijswinnende artikel dat Laura Kunst over psychotherapie schreef.
Vaak wordt door hulpverleners het dodo-oordeel opgevat als: het doet er niet toe welke psychotherapeutische behandeling iemand krijgt, want ze zijn allemaal even effectief. Lewis Carroll legt een ander accent: uitkomsten van onderzoek naar effectiviteit zijn lastig te interpreteren zolang er onenigheid bestaat over de waarde die je aan criteria kunt toekennen.
Laura Kunst bepleit aan het slot van haar artikel: ‘meer onderzoek’. In de geest van Lewis Carroll is het echter zinvol om eerst het criteriumprobleem te analyseren. Criteria bij psychotherapie blijken sterk afhankelijk van tijd, plaats en waarnemer. Misschien moeten onderzoekers zich daarom vooral richten op de pretenties van therapeuten: in hoeverre kunnen zij deze echt waarmaken?
*Kunst, L.E. (2018). Over dodo’s en wc-eend. De Psycholoog, 53, 1, 10-18.