Dit individuele, biologische kenmerk is, zo beweren de onderzoekers van de Vrije Universiteit Amsterdam, van minstens zo grote invloed als groepsdynamiek. Aan het onderzoek deden 74 Ajax-fans mee. De supporters keken naar een samenvatting van een wedstrijd tegen Feyenoord, die door Ajax werd verloren met een verschil van twee doelpunten. Daaraan voorafgaand werd hun cortisolspegel gemeten
Meteen nadat de fans de wedstrijdbeelden bekeken hadden, legden de onderzoekers hun de vraag voor hoeveel zeer gepeperde saus ze over het eten van hun rivalen zouden gieten, mochten ze die op een bordje eten kunnen trakteren. Deze ‘hete-sausmethode’ heet een beproefde graadmeter voor agressie te zijn. Naarmate de basale cortisolspiegel van supporters – dus de hoogte daarvan vóór ze naar de samenvatting keken – lager was, wilden ze hun concurrenten grotere hoeveelheden pittige saus toedienen. Voetbalfans die het verlies van hun club toeschreven aan een oneerlijke scheidsrechter, waren daarbij nog iets agressiever dan fans die het debacle toeschreven aan slecht spel van de eigen spelers.
Bekend is dat bij een spannende match testosteron- en cortisolspiegels toenemen en dat dit leidt tot stressgevoelens en een verhoogde bereidheid tot geweld. Dat die verhoogde paraatheid vaak omslaat in daadwerkelijk agressief gedrag, kan worden toegeschreven aan een cortisolspiegel die standaard laag is, suggereren de onderzoekers. Mensen met een lage cortisolspiegel ervaren weinig spanning. Agressief gedrag is dan niet alleen een reactie op spanning, maar komt ook voort uit verlangen naar spanning. (EdJ)
Bron: Van der Meij, L. et al. (2015). Football fan agression: the importance of low basal cortisol and a fair referee. PlosOne. doi 10.1371/journal.pone.0120103