Lees verder
Else de Jonge, Vittorio Busato

Of therapeuten wel eens huilen bij het geven van therapie is nauwelijks onderzocht in de vakliteratuur. Toch blijkt een opvallend hoog percentage dat weleens te doen, zo laat recent onderzoek zien.

 

Drie psychologen van de Amerikaanse Alliant University stuurden een kleine zevenhonderd therapeuten een korte online vragenlijst over hoe vaak zij huilden in het bijzijn van een cliënt. Driekwart van de steekproef was vrouw, 35 procent gaf cognitieve gedragstherapie, 23 procent gaf een eclectische vorm van psychotherapie met psychodynamische nadruk, 19 procent een eclectische vorm zonder psychodynamische nadruk.

Van deze groep therapeuten gaf 72 procent aan weleens te huilen tijdens een sessie, zo bleek. Er werden geen opmerkelijke verbanden met persoonlijkheidseigenschappen gevonden. Vrouwelijke therapeuten bleken niet meer te huilen dan hun mannelijke collega’s. Het waren vooral de oudere, meer psychodynamisch georiënteerde therapeuten die meer geneigd waren te huilen. Volgens de onderzoekers wijst dat erop dat zij zich door hun ervaring vermoedelijk meer op hun gemak voelen bij het uiten van hun emoties. Wat het effect is van een huilende therapeut op de catharsis van een cliënt, is in deze studie niet onderzocht. Daar zou dan ook meer onderzoek naar moeten worden gedaan, besluiten de drie psychologen hun artikel. (VB)

 

Bron: Blume-Marcovici, A., Stolberg, R. & Khademi, M. (2013). Do Therapists Cry in Therapy? The Role of Experience and Other Factors in Therapists’ Tears. Psychotherapy, doi:10.1037/a0031384