Lees verder
Diagnoses uit de DSM hebben niet zoals elementen uit het periodieke systeem een solide basis in de realiteit. Maar zolang we doen alsof dat wel zo is, blijft onze kennis beperkt.
Annemarie Huiberts

Om meer te weten te komen over psychische stoornissen vergelijken veel onderzoekers mensen met en zonder DSM-diagnose met elkaar. Ze vinden dan bijvoorbeeld dat sommige genen iets vaker voorkomen bij mensen met schizofrenie. Vanwege de onbetrouwbaarheid van DSM-diagnoses gaat het meestal om zwakke verbanden. Toch bevestigen deze verbanden steeds opnieuw het bestaansrecht van diezelfde onbetrouwbare diagnoses. Een vicieuze cirkel, constateert de Leidse wetenschapper Eiko Fried. En dat is niet het enige probleem. Het huidige onderzoek probeert namelijk om mentale gezondheidsproblemen te verklaren op basis van geïsoleerde factoren zoals risicogenen. Dit is gedoemd te mislukken. Want een mentale gezondheidstoestand is een complex systeem, net als een zwerm vogels of een meer, en ieder complex systeem moet óók op macroniveau worden bestudeerd.

Kenmerkend voor complexe systemen is dat zij op macroniveau twee (of meer) stabiele toestanden kunnen hebben. Zo kan een meer helder of troebel zijn, en een mentale toestand gezond of pathologisch. Een systeem kan kleine verstoringen zoals aanhoudende hitte of een financiële tegenvaller meestal goed opvangen, maar voorbij een kritiek punt schiet een systeem in een alternatieve toestand.

Het systeemdenken biedt nu al praktische aanknopingspunten. Als iemand bijvoorbeeld steeds trager herstelt van tegenslag, is dat een teken van mogelijke terugval. Toch is bescheidenheid op zijn plaats: ook vanuit de systeemtheorie zal het nog even duren voordat we psychische stoornissen helemaal begrijpen.

Bron: Fried, E.I. (2022). Studying mental health problems as systems, not syndromes. Current Directions in Psychological Science, 31(6), 471-571. https://doi.org/10.1177/09637214221114089

Beeld: Burlingham/Shutterstock