Wanneer noem je iets wel of geen ziekte? Dat hangt af van de tijd en cultuur waarin je leeft. Neem homoseksualiteit: in sommige landen geldt dit als ziekte, terwijl dat in andere landen niet (meer) het geval is. Maar binnen landen en culturen zijn er ook verschillen.
Zeventig psychiaters, 668 artsen, 965 verpleegkundigen, 55 parlementsleden en 1501 leken kregen twintig mentale condities voorgelegd. Zij waren het eens over schizofrenie en autisme: (meer dan) driekwart in elke subgroep vond dat een ziekte. Van rouw en homoseksualiteit vond (meer dan) driekwart per subgroep dat juist niet. Over andere mentale condities liepen de meningen sterk uiteen. Psychiaters waren het meest geneigd een mentale conditie een ‘ziekte’ te vinden, leken deden dat het minst.
Dat psychiaters mentale condities eerder een ziekte noemen dan leken, weerspiegelt zich ook in de DSM-5. Wat voorheen een mentale toestand was, staat in de DSM-5 opeens als ‘ziekte’ te boek. De auteurs pleiten er daarom voor dat er meer over de grenzen van mentale condities gepraat moet worden en dat leken meer bij de totstandkoming van diagnostische handboeken moeten worden betrokken.
Bron: Tikkinen, K.A.O. et al. (2019). Public, health professional and legislator perspectives on the concept of psychiatric disease: a population-based survey. British Medical Journal Open, 9, 1-8. Doi: 10.1136/bmjopen-2018-024265
Beeld: Yuri Turkov / Shutterstock.com