Het was begin jaren tachtig dat zich zeven jonge Amerikanen met ernstige en ongeneeslijke symptomen van Parkinson bij een arts meldden. Allemaal hadden ze MPTP gebruikt, een synthetische heroïne. Het gedrag van de zeven jongeren werd nauwkeurig bestudeerd en op video vastgelegd. Sommige fragmenten daarvan werden gebruikt in documentaires, maar niet al het beeldmateriaal werd geopenbaard. Het Radboudumc wist de hand te leggen op deze niet gepubliceerde beelden.
En dat leverde twee nieuwe inzichten op. Zo is ‘bevriezen’ een veelvoorkomend symptoom bij Parkinson. Patiënten hebben tijdens het lopen dan het gevoel alsof ze aan de grond zitten vastgenageld. Maar hiervan hadden de jonge drugsgebruikers minder last. Op eentje na; die was als enige eerder met het geneesmiddel levodopa behandeld. Dat geeft te denken, alhoewel de steekproef natuurlijk te klein is om stevige conclusies op te baseren. Een andere observatie is dat sommige jongeren een heftige tremor lieten zien, terwijl bij anderen juist stijfheid en extreme traagheid optraden. Terwijl ze toch allemaal Parkinson hadden ontwikkeld door het gebruik van MPTP. Dat suggereert dat andere mechanismen, zoals bijvoorbeeld het vermogen van de hersenen om nadelige effecten te compenseren, een rol spelen bij de ontwikkeling van symptomen. (ID)
Bron: Nonnekes, J. et al. (2018). MPTP-induced parkinsonism: an historical case series. The Lancet, 17(4), 300-301.