Sociaal angstigen kunnen baat hebben bij cognitieve gedragstherapie. Door de gevreesde situatie te ondergaan, kunnen ze zien dat hun angsten in de praktijk ongegrond zijn. Maar niet iedereen durft dit aan. Gedachten aan wat er allemaal mis kan gaan, maken dat sommige cliënten al afhaken voordat de therapie goed en wel is begonnen.
Zijn zulke cliënten gebaat bij het ‘herschrijven’ van zulke zogenoemde flashforwards? Daar deden psychologen van de Universiteit Utrecht onderzoek naar. Ze lieten zestig proefpersonen zich een sociale situatie inbeelden waarvoor ze bang waren, zoals iets vragen aan een medestudent. Ze moesten zich een minuut voorstellen wat er in zo’n geval voor akeligs zou kunnen gebeuren (afgewezen worden bijvoorbeeld), waarna de helft van de proefpersonen zich vijf minuten moest inbeelden dat de gevreesde situatie pósitief zou uitpakken. De andere helft vormde de controlegroep. Zij werden met een smoesje vijf minuten alleen gelaten. Vervolgens gingen de proefpersonen daadwerkelijk hun gevreesde situatie aan.
Wat bleek? De proefpersonen die zich een positieve uitkomst hadden moeten voorstellen, zagen het daadwerkelijke gedragsexperiment meer zitten dan degenen die die opdracht niet hadden gekregen. Ze waren positiever over de verwachte uitkomst, scoorden lager op angst en hulpeloosheid en waren meer bereid de gevreesde situatie daadwerkelijk aan te gaan dan de controlegroep. Cognitieve gedragstherapie kan dus wel eens meer zoden aan de dijk zetten als je sociaal angstigen zich laat inbeelden dat een gevreesde situatie positief uitpakt.
Bron: Landkroon, E. et al. (2022). Future-oriented imagery rescripting facilitates conducting
behavioral experiments in social anxiety.
Behaviour Research and Therapy, https://doi.org/10.1016/j.brat.2022.104130.
Beeld: Yokunen/Shutterstock.com