Elke psycholoog kent het: het Stanford Prison Experiment, waarbij proefleider Philip Zimbardo 24 studenten dagenlang gevangenisje liet spelen in de catacomben van Stanford University. De helft kreeg de rol van bewaker, de andere helft die van gevangene. Na zes dagen liepen de wreedheden van de ‘bewakers’ jegens de ‘gevangenen’ zo uit de hand dat het experiment moest worden stopgezet. Doodgewone mensen kunnen kennelijk in monsters veranderen als je ze simpelweg een bepaalde status toekent, concludeerde Zimbardo. Maar is dat wel zo? Critici vegen al jaren de vloer aan met wat zij Zimbardo’s rollenspel noemen. Zij stellen dat de ‘bewakers’ alleen maar een rol speelden omdat ze nu eenmaal de opdracht hadden gekregen zich als bewaker te gedragen. Dus niks wrede inborst die zich in bepaalde omstandigheden opeens zou manifesteren – de proefpersonen voerden gewoon een toneelstukje op.
Aan deze kritiek heeft een internationale groep psychologen onlangs een interessant hoofdstuk toegevoegd. In 2018 is namelijk het Zimbardo-archief openbaar gemaakt. Transcripties laten zien dat de ‘bewakers’ inderdaad op allerlei manieren, en tot in detail, zijn geïnstrueerd. Daarnaast suggereerde Zimbardo dat hij een van hen was, en zei hij bijvoorbeeld dat ‘we’ de ‘gevangenen’ eronder moesten zien te houden.
De auteurs concluderen daarom dat niet zozeer role conformity maar eerder identity leadership het wangedrag van de ‘bewakers’ verklaart. De ‘bewakers’ gingen zich misdragen omdat ze zich met hun groep en de proefleider identificeerden, en graag wilden dat het experiment zou slagen. Niet omdat ze in wezen zulke verrotte kerels waren. (ID)
Bron: Haslam, S.A, Reicher, S.D. & Bavel, J.J. van (in druk). Identity leadership in the Stanford Prison – Rethinking the nature of cruelty: The role of identity leadership in the Stanford Prison Experiment. American Psychologist.
Beeld: FOTOKITA/shutterstock.com