Wie in het maartnummer van dit tijdschrift het artikel van Jelte Wicherts las over ‘meedogenloze methoden’, ziet in het boek van Wim Snellen een manier van denken gedemonstreerd waar de methodoloog ernstig tegen waarschuwt. De sleepnetmethode van Snellen levert fantastische verbanden op. Wie hier echter waarde aan toekent, laat zich misleiden door het toeval. De blik van Snellen wordt weliswaar mede bepaald door theoretische opvattingen, maar de theorie voorspelt in concrete gevallen nauwelijks een zoekresultaat. Snellen adviseert om in een diagnostisch onderzoek altijd meer dan één instrument te gebruiken, maar hij gebruikt de uitkomsten van de ene test haast nooit om scores op een andere test concreet te voorspellen. De uitkomsten van diverse tests vloeien samen tot de zee aan gegevens waar het sleepnet doorheen wordt getrokken. Bovendien prefereert Snellen onbetrouwbare en voor allerlei doelen invalide tests, want die leveren juist de meest verrassende resultaten op.
Waar doet dit boek aan denken? Aan de klinischpsychologische praktijk van meer dan een halve eeuw geleden. In die tijd schreven psychologen uitvoerige rapporten over patiënten die zij niet zelf mochten behandelen. De echte behandelaars, indertijd psychiaters, trokken zich zelden iets aan van de inhoud van die rapporten. Ze gingen gewoon hun eigen gang. Hebben de diagnoses van Snellen een duidelijke invloed gehad op de behandelpraktijk in de laatste veertig jaar? Dat maakt dit boek niet duidelijk. Wel lijkt het alsof de auteur van mening is, dat de door hem onderzochte personen alleen maar baat kunnen hebben bij een zeer langdurige behandeling. Uitkomsten van diagnostiek laten bij hem altijd een ‘gelaagde’ problematiek zien. Bovendien lopen die lagen ook nog eens door elkaar. Het leven van cliënten is bij Snellen een hutspot.
De diagnostische praktijk zoals in dit boek beschreven lijkt op een schildersatelier. Was het niet Picasso die te horen kreeg dat zijn portretten zo weinig gelijkenis vertonen met de geportretteerden? De schilder antwoordde dat dit helemaal niet erg was. De geportretteerden zouden op den duur steeds meer gaan lijken op hun portret. Misschien is daar bij deze vorm van diagnostiek ook sprake van. Wie een diagnostisch rapport van Wim Snellen heeft ontvangen, kan eigenlijk maar één ding doen: verder leven zoals hier beschreven staat.
Door W.M. Snellen (2018)
Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 319 p.