In reclames en populaire media worden wij aangemoedigd om ons impulsief te gedragen, toe te geven aan verleidingen en ons ‘lekker te laten gaan’. Toch blijken mensen die zich kunnen beheersen succesvoller en gezonder. Zij worden ook sneller door anderen in vertrouwen genomen. Een kort pleidooi voor de zelfbeheersing.
Stel je twee personen voor. Beiden moeten geld sparen om hun studie te bekostigen. De ene persoon slaagt er goed in om geld opzij te leggen. De tweede persoon lukt dat minder goed, en gaat zich te buiten aan het kopen van nieuwe cd’s die hij eigenlijk niet kan betalen. Welke van deze personen zou je het snelst in vertrouwen nemen?
Als u zoals de meeste anderen bent, zou u de eerste persoon eerder vertrouwen. Dat betekent dat u hem eerder een geheim zou vertellen, hem geld zou uitlenen of zou besluiten met hem samen te werken. Dat blijkt uit onderzoek van psychologen van de vu. Wij nemen eerder anderen in vertrouwen als deze mensen laten zien dat zij zichzelf kunnen beheersen. Waarschijnlijk doen wij dit omdat deze mensen minder snel toegeven aan onverstandige of egoïstische impulsen. Zij vormen dus een minder onvoorspelbare en risicovolle factor in de samenwerking.
Dat geldt voor onze beoordeling van onbekenden, maar ook in onze bestaande relaties hangen zelfbeheersing en vertrouwen samen: in een liefdesrelatie zeggen mensen hun partner meer te vertrouwen als zij vinden dat hun partner zich over het algemeen goed kan beheersen.
Zelfcontrole is te zien als een stabiele persoonlijkheidstrek. Maar toch kan onze zelfbeheersing schommelen, net als iemand die over het algemeen vrolijk is, niet per se op elk moment van de dag vrolijk is. Uit het onderzoek bleek dat deze schommelingen door anderen worden opgemerkt en invloed hadden op het vertrouwen.
Zelfcontrole was ook het onderwerp van een grootschalig onderzoek waarin zo’n duizend kinderen dertig jaar lang door onderzoekers werden gevolgd. Kinderen die hoog scoorden op zelfcontrole, bleken behoorlijk beter af als zij volwassen waren. Met zelfcontrole bedoelden de onderzoekers het vermogen impulsen te weerstaan, een beloning uit te stellen, zelfregulatie en wilskracht.
Als kinderen deze vermogens in sterke mate hadden, waren zij gezonder op hun tweeëndertigste. Zij hadden onder andere minder vaak overgewicht, soa’s en ademhalingsproblemen. Zij waren minder vaak verslaafd aan drugs of alcohol. Hun financiële situatie was rooskleuriger en zij bleken planmatiger op financieel vlak. Zij spaarden bijvoorbeeld vaker en hadden minder schulden. Ook waren zij minder vaak justitieel veroordeeld.
In de puberteit hadden degenen die in hun kindertijd hoog scoorden op zelfcontrole een kleinere kans op tienerzwangerschap, schooluitval en roken. De onderzoekers pleiten dan ook voor programma’s om de zelfcontrole van kinderen te versterken. Dit zou problemen op veel vlakken kunnen voorkomen.
If you are able to control yourself, I will trust you. The role of perceived selfcontrol in interpersonal trust Door: F. Righetti, C Finkenauer Journal of Personality and Social Psychology, 2011, online gepubliceerd op 14 februari, DOI:10.1037/a0021827. A gradient of childhood self-control predicts health, wealth, and public safety Door: T.E. Moffitt, L. Arseneault et al. PNAS, 2011, online gepubliceerd op 24 januari, DOI: 10.1073/ pnas.1010076108.