Lees verder
Het is de droom van iedere student: een middel dat al die scripties, boekverslagen en portfolio’s voor je schrijft. Mede hierdoor is er veel onrust over AI-instrumenten. Studenten zouden namelijk, door steeds een beroep op bijvoorbeeld ChatGPT te doen, niet langer leren kritisch te schrijven en denken. Een mij bekende lerares Nederlands heeft al de eerste leerlingen ontdekt die dit hulpmiddel gebruiken om een boekverslag mee te maken. Ook inzicht gevend was een discussie op een Diner Pensant hierover, met een aantal A&O-psychologieprofessoren. De één wilde achterhalen welke studenten ChatGPT gebruikten bij hun scripties, om ze daar vervolgens op aan te spreken. De ander wilde studenten juist leren omgaan met dit nieuwe AI-instrument. Duidelijk is dat dit voor sommigen leerlingen dus de hemel op aarde is en voor anderen de hel betekent. De benadering leerlingen te leren omgaan met een instrument als ChatGPT spreekt mij meer aan. Dat lijkt mij realistischer, verboden halen immers niets uit. Een AI verbod om na te denken, zoals in Italie, heeft mijn inziens dan ook weinig nut.
Nederlands Instituut van Psychologen

Vanuit mijn werk als arbeids- en organisatiepsycholoog denk ik ook na over het gebruik van AI-instrumenten. AI wordt binnen het A&O-veld al op meerdere manieren toegepast, zoals bij de personeelselectietool. Deze toepassing roept veel vragen op. Hoe wenselijk is het bijvoorbeeld dat deze tool beslissingen neemt over kandidaten zonder dat duidelijk is waarop deze beslissingen gebaseerd zijn? Volgens mij onwenselijk. Want zo kan het beeld ontstaan dat het instrument de huidige situatie bestendigt. Zie hierover ook de paper ‘AI en Personeelsselectie: het Psychologische Perspectief’ van de sectie A&O.

Er zijn andere toepassingen van AI voor psychologen die volgens mij positievere uitkomsten hebben. Ten eerste kan AI bijvoorbeeld snel grote databestanden doorzoeken en analyseren. Daarmee wordt het voor A&O-psychologen zinvol en interessant om juist hiermee inclusieve succescriteria te zoeken, onafhankelijk van onder meer afkomst en opleiding. AI is dan meer een onderzoeksinstrument dan een beslistool. Ten tweede kan AI de diagnostiek ondersteunen. Problemen van mensen, licht of zwaar, worden op zoveel verschillende wijzen beschreven dat inzicht in patronen moeilijk is. AI kan helpen hierin patronen te ontdekken binnen diverse soorten psychische klachten. Last but not least denk ik aan het helpen bij onderzoek. Het doorzoeken, samenvatten en analyses plegen binnen ruwe onderzoeksdata, bijvoorbeeld bij organisatieinterviews, of diepte-interviews bij ggz-cliënten.

Maar welke toepassingen je als psycholoog ook gebruikt, of in de toekomst gaat gebruiken, de eerste opdracht is altijd om professioneel te blijven. Dat betekent het onderzoeken van AI en hiermee kennis opdoen en die kennis delen binnen de beroepsgroep. In ieder geval moet een psycholoog voorkomen dat AI-systemen adviezen gaan geven die niet bestaan uit duidelijk uit te leggen kaders. Wat wel kan is bij personeelsselectie een AI-systeem laten selecteren op bijvoorbeeld opleidingsniveau, als dat relevant is. Maar laat een AI-systeem niet een zelflerende keuze laten maken met onbekende criteria. Dan ligt discriminatie van op de loer. Ik noem dit neo-cisme. Een bias ten gunste van het bestaande.

Ben je ook A&O-psycholoog en wil je meer weten over AI? Bekijk de Toolbox Artificial Intelligence.

Geschreven door Theo Stor. Theo Stor is registerpsycholoog A&O en heeft zijn eigen bedrijf: TS Talentmanagement. Daarnaast is hij bestuurslid van de sectie Arbeid & Organisatiepsychologie.

Beeld: Pinkeyes / Shutterstock