Lees verder
Karen Heijster is psycholoog en werkt als trainer bij de Luisterlijn in Venlo. Tevens is ze mindfulness- en compassietrainer in het klooster Mariadal in Venlo.
Geertje Kindermans

Oorspronkelijk komt de Luisterlijn uit Engeland, waar de priester Chad Varah mensen met zelfmoordgedachten uitnodigde bij hem langs te komen. Aanvankelijk wilde hij de gesprekken zelf voeren, maar het liep zo’n storm, dat hij vrijwillige gastvrouwen en -heren in de wachtkamer zette om mensen in nood te ontvangen. Hij ontdekte dat de gesprekken met vrijwilligers minstens zo waardevol waren als het gesprek met hem als professional. Daarop richtte hij een hulpdienst op met vrijwilligers (de Samaritans). In andere landen werd dit initiatief overgenomen en hieruit is in 1958 de Nederlandse Luisterlijn (sos Telefonische Hulpdienst) ontstaan.

Dit verhaal vertel ik altijd aan de nieuwe vrijwilligers. Ik selecteer deze mensen samen met collega’s die als trainer/begeleider bij de Luisterlijn werken. We geven onze vrijwilligers een uitgebreide training en doen daarna veel aan deskundigheidsbevordering en intervisie.

‘De focus ligt van kinds af aan al op mijn oren. Ze staken een beetje uit, ik werd ermee gepest’

Ik kwam zo’n dertien jaar geleden bij de Luisterlijn. Niet voor niets, denk ik , want ik ben echt een luisteraar. Sterker nog: de focus ligt van kinds af aan al op mijn oren. Ze staken een beetje uit, ik werd ermee gepest. Ik was er zo alert op dat als ik achter mijn rug iemand hoorde lachen, ik dacht dat het vanwege mijn oren was. Op mijn veertiende heb ik ze laten rechtzetten, waar een vriendin stomverbaasd op reageerde. Haar was het nooit opgevallen. Dus misschien was  mijn gevoeligheid voor mijn omgeving altijd al belangrijker dan de grootte van mijn oren.

Anonieme gesprekken

Bij de Luisterlijn werken zo’n tachtig beroepskrachten, veelal parttimers, verspreid over 27 locaties. Daarnaast werken er ongeveer vijftienhonderd vrijwilligers. De vrijwilligers zitten bij ons aan de telefoon, chat en mail om een luisterend oor te bieden aan iedereen die daaraan behoefte heeft. De gesprekken zijn anoniem en in principe eenmalig, maar mensen kunnen vaker bellen. Dan krijgen ze een ander aan de lijn, alleen per mail is er langduriger contact en loopt de vrijwilliger een tijdje met iemand mee.

Er is veel eenzaamheid in de maatschappij, iedereen is gehaast. En zoek je hulp in de ggz, dan zijn er lange wachtlijsten. De Luisterlijn is er direct en altijd, ook ’s nachts. Je kunt er terecht voor grote levensvragen of een praatje omdat je al dagen niemand gesproken hebt.

Onze vrijwilligers hebben allerlei achtergronden, van huisvrouw tot advocaat en alles ertussenin. Vrijwilligers hoeven geen bepaald opleidingsniveau te hebben, ze moeten vooral kunnen luisteren en minimaal een dienst in de week kunnen draaien. Belangrijk is dat ze geen dingen voor een ander invullen, dat ze leergierig en empathisch zijn. We zeggen: iemand moet plek hebben in zijn hoofd, hart en agenda. Maar ook dat ze een gezonde afstand kunnen houden van de gesprekken, want je hoort soms afschuwelijke  verhalen over huiselijk geweld, misbruik, zelfmoord of leven met een narcistische partner.

Nachtdiensten

Toen ik bij de Luisterlijn begon, heb ik veel diensten gedraaid. Dat deed ik om ervaring op te doen, maar zeker ook om de roosters rond te krijgen. Vooral de nachtdiensten maakten indruk. Ik zat om drie uur ’s nachts in het halfdonker op kantoor aan de telefoon met iemand een intiem gesprek te voeren. Het is op de een of andere manier magisch. Vooraf dacht ik dat iedereen ’s nachts wel zou slapen, maar er belden veel meer mensen dan ik had verwacht. Zo sprak ik iemand die alleen thuis was en een paniekaanval had gekregen, we gingen samen ademhalingsoefeningen doen en ik voelde hoe ze weer rustig werd.

Inmiddels draai ik geen diensten meer, maar ik ben wel bereikbaar voor een vrijwilliger die even iemand nodig heeft na een heftig gesprek. Soms kan een vrijwilliger zo’n gesprek niet goed loslaten. Dan kunnen ze ons bellen, overdag, maar ook ’s nachts. We hebben de regel: probeer het gewoon, als mijn mobiel aan staat, neem ik op, anders bel ik de volgende ochtend terug. Zo belde er een vrijwilliger midden in de nacht en zei: “Ik zit pas halverwege mijn dienst, ik moet nog zo lang, maar dit gesprek was erg intens, het ging over het overlijden van een dochtertje van elf.” En dan bieden wij op onze beurt de vrijwilligers een luisterend oor. En we begeleiden ze en stellen vragen zoals: “Wat had je anders gedaan als je alles kon terugdraaien?” We steken ze een hart onder de riem, je kunt niet alle ellende wegnemen, maar door te luisteren heb je al veel gedaan. Het idee dat ze ons ’s nachts kunnen bellen, vinden veel vrijwilligers prettig, maar het gebeurt niet vaak.

Naast psycholoog en trainer bij de Luisterlijn, ben ik ook mindfulness-trainer. Daar begon ik mee vanuit persoonlijke motieven, maar inmiddels gebruik ik het ook in mijn werk. Zo doe ik in de beginnerstraining soms een mindfulnessoefening met de cursisten, zodat ze bij hun lichaam, gedachten en emoties kunnen komen. Dat is goed als je van het ene gesprek naar het andere moet gaan. Want dat moet je niet op de automatische piloot doen. Als je nog vol zit van een gesprek, kun je beter even zo’n oefening doen of een ommetje lopen of zo, om het los te laten en je hoofd vrij te maken voor een volgend gesprek.

Vroeger begeleidde ik vooral mensen die door hun werkgever naar mij toegestuurd werden en die er soms niet op zaten te wachten. Wat me nu zo bevalt, is dat de vrijwilligers met wie we werken het met volle overtuiging doen. Dat zorgt voor mij voor veel meer plezier in mijn werk.’

Beeld: Philip Driessen