Ik dacht dat het gevoel wel zou overwaaien, maar na zes weken zat ik elke dag huilend in de auto. Toen heb ik mijn baan opgezegd. Ik ging me afvragen hoe belangrijk dat nu echt was, op kantoor zitten en een leuk salaris opstrijken. Of er niet iets belangrijkers was dat ik kon doen, iets met meer verdieping.
Een vriendin die pedagogiek had gestudeerd, vroeg me toen: wat zou je doen als je er helemaal niks voor betaald zou krijgen? Dat wist ik meteen: dan zou ik psychologie gaan doen. Ik voegde de daad bij het woord en een maand later, in september 2017, begon ik aan de Open Universiteit (OU). Ik wilde echt een universitaire opleiding, vanwege de intellectuele uitdaging en verdieping.
Rond dezelfde tijd ging ik toevallig genoeg bij het NIP werken, bij het Informatiecentrum. Ik beantwoordde vragen van leden over bijvoorbeeld ethiek, verzekeringen of registraties. Zodoende kreeg ik al een goed beeld van hoe complex het werkveld kan zijn, dus het was een hele leerzame periode met het oog op mijn eigen toekomst. Want over een paar jaar zie ik mezelf als behandelaar, één op één of met een groep, of richt ik me op relatietherapie. Ik wil voor mezelf beginnen, liefst na een aantal jaren praktijkervaring, want dat praktische is eigenlijk het enige wat ik mis in de universitaire opzet
Zelfstudie
Studeren doe ik naast mijn baan als office manager. Ik richt mij hier vooral op resourceplanning, recruitment en hr. Het is een informeel en leuk bedrijf waar collega’s in korte broek of op slippers rondlopen. Zo nu en dan kan ik mijn opgedane kennis vanuit de studie gebruiken in mijn functie. Dat is erg leuk, maar verder heeft mijn huidige werk weinig raakvlakken met psychologie. Hoe mijn werkende leven er de komende jaren eruit ziet? Geen idee. Mocht er een baan voorbijkomen die meer aansluit bij mijn ambities en toekomstperspectief, dan ben ik hier zeker in geïnteresseerd.
Praktisch gezien is het onderwijs op de OU veel online en veel zelfstudie. Het is voordelig dat ik mijn studie per vak kan kopen. Ik ben nu ook in verwachting, en als ik straks een pauze wil, kan ik besluiten om een half jaar geen vakken te volgen, en dan vervalt niet wat ik al heb gedaan. Zo bezien is de OU op dit moment voor mij de enige mogelijkheid.
Ik heb nu bijna mijn propedeuse afgerond en lig mooi op schema. In 2023 hoop ik klaar te zijn met mijn master. Het leukste vak tot nu toe vind ik klinische psychologie, daar had ik het eerste tentamen ook meteen een 9 voor. Met studiegenoten is er niet veel contact ‘in het echt’, het gaat vooral via whatsappgroepen. Er zijn eigenlijk nooit borrels of uitjes, dus heel studentikoos is het niet. Wel is het een heel diverse groep, jong en oud, ook 65-plussers die na hun pensioen nog psychologie gaan studeren.
Het meeste contact met docenten is ook online, maar dat is niet anders. Het liefst had ik natuurlijk mijn baan opgezegd en was lekker vier jaar gaan studeren op een grote universiteit, maar dat gaat financieel niet. Ze geven het onderwijs op de OU prima, vind ik, ook al is het op afstand. Ik ben er minstens een uur per dag mee bezig. En ik heb een parttime dag op mijn werk die ik vooral voor studie gebruik, dus ik kan er genoeg tijd in steken.
Levenservaring
Een van mijn inspiratiebronnen is relatietherapeut Esther Perell, zij was vorig jaar in Zomergasten. Wat zij zegt over interactie tussen mensen vind ik heel boeiend. Zeker omdat ik zelf uit een gezin kom waarbinnen de onderlinge verbinding en interactie vaak moeizaam verliepen. Nu besef ik pas hoeveel invloed die jeugd op me heeft gehad. In psychotherapie heb ik geleerd hoe je daar anders mee kan omgaan, want dat gezin en die jeugd kun je niet meer veranderen.
‘Je hebt veel blinde vlekken voor jezelf’
Mijn eerste reflex als kind was om me van het gezin te distantiëren. Daar liep ik tijdens mijn therapie ook tegenaan: ik kon heel goed doen alsof het verhaal van iemand anders was. Uiteindelijk was er vooral hechtingsproblematiek in het gezin. Dingen waar je later in een relatie opnieuw tegenaan loopt, bijvoorbeeld in de vorm van bindingsangst. Ik stond in relaties vaak al met één been buiten de deur, ik kon meteen weg als het moest. Ik weet niet of ik dat ooit nog kwijt zal raken, ik kan er nu alleen veel beter mee omgaan en kan erover praten met mijn partner. Hij signaleert daardoor ook veel en dat is fijn, want je hebt veel blinde vlekken voor jezelf.
Dat soort inzichten zou ik ook als therapeut willen toepassen. Mensen in relaties hebben vaak allebei hun eigen waarheid, en als je daar te veel aan vasthoudt, kom je niet (meer) nader tot elkaar en sta je niet meer open voor het verhaal van die ander. Dus het is zaak elkaars waarheid te kennen en te respecteren en de dialoog aan te gaan. Dat soort dingen vind ik nog niet terug in de literatuur van de studie, maar iemand als Perell biedt wel praktische handvatten.
Al met al is wel een lang traject. Maar ik heb er geen moment spijt van gehad. Ik baal ook zeker niet dat ik pas laat psychologie ben gaan doen. Want als ik het op jongere leeftijd was gaan studeren, was dat vooral geweest om mezelf te kunnen fiksen denk ik, en dat lijkt me geen goede reden. Ik ben nu 31, ik denk dat mijn levenservaring straks van pas zal komen als behandelaar. En ook al duurt het tot mijn veertigste tot ik echt aan de slag ga, dan kan ik nog mooi dertig jaar werken!
Fotografie: Marieke Wijntjes