Wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op steekproeven. Dat betekent dat de resultaten van dat onderzoek alleen iets zeggen over de populatie waaruit zo’n steekproef is getrokken. Maar daarover hoor je wetenschappers nauwelijks.
Pschologen hebben er een handje van. Ze trekken conclusies op basis van een steekproef, maar vergeten erbij te vermelden wat precies de reikwijdte van die conclusies is. Of ze doen alsof hun conclusies universeel geldig zijn, terwijl ze een steekproef hebben onderzocht die uitermate weird is (Western, Educated, Industrialized, Rich and Democratic). Lezers kunnen daardoor makkelijk aannemen dat conclusies op een bredere populatie van toepassing zijn dan gerechtvaardigd is.
Wetenschappelijke tijdschriften eisen tot nu toe niet dat auteurs zich over de generaliseerbaarheid van hun bevindingen uitlaten. Hoog tijd voor verandering, vindt een groep Amerikaanse psychologen. Zij pleiten ervoor dat alle discussie-hoofdstukken in de wetenschappelijke literatuur een zogenaamd ‘Constraint on Generality statement’ krijgen. In zo’n cog-statement zouden auteurs expliciet moeten vermelden naar welke doelgroep precies de conclusies gegeneraliseerd kunnen worden.
Dit komt ook replicatieonderzoek ten goede. Een nauwkeurige omschrijving van de populatie waarover onderzoekers uitspraken willen kunnen doen, geeft ook richting aan de steekproef die (herhaald) moet worden getrokken. Dat vergroot weer de kans op een succesvolle replicatie. En dat helpt de wetenschap vooruit en maakt de wereld en de mens weer een beetje begrijpelijker. (ID)
Bron: Simons, D.J. et al. (2017). Constraints on Generality (COG): A Proposed Addition to All Empirical Papers. Open Science Framework. DOI 10.17605/OSF.IO/PHPTW | ARK c7605/osf.io/phptw