Lees verder
Reviewers zijn niet altijd in staat om dubieuze publicaties tegen te houden. Dat komt doordat peer review op veel verschillende manieren is georganiseerd. De ene manier is veel effectiever dan de andere.
Iris Dijkstra

De afgelopen jaren is gebleken dat er regelmatig artikelen van dubieuze kwaliteit worden gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften. Ondanks de peer review die eraan vooraf is gegaan. Kennelijk hebben deskundige meelezers toch niet het kaf van het koren kunnen scheiden toen ze een publicatie-to-be van een concullega onder ogen kregen. Serge Horbach en Willem Halffman van de Radboud Universiteit wilden wel eens weten hoe dat komt. In de database van Retraction Watch vonden ze ruim 9400 teruggetrokken publicaties. Na selectie bleven er ruim 7800 retractions over. Uiteindelijk konden Horbach en Halffman van 670 teruggetrokken publicaties in 361 wetenschappelijke tijdschriften nagaan welke peer-review-methodes er waren gehanteerd.

Uit hun analyse blijkt dat sommige review-procedures beter dan andere in staat zijn problematische artikelen op te sporen. Is bijvoorbeeld de uitgever zélf de reviewer, dan worden er minder artikelen teruggetrokken. Weet de reviewer niet wie de auteur is van het artikel dat hij moet beoordelen, dan is het idem dito. Wordt statistiek in een bepaald tijdschrift ‘niet relevant’ gevonden, dan zie je juist méér retractions. Dat is ook het geval als een tijdschrift graag vernieuwende artikelen met impact wil.

Natuurlijk zijn er wel verschillen tussen wetenschappelijke disciplines, en in redenen waarom artikelen worden teruggetrokken. De auteurs geven dan ook gerichte aanbevelingen om de kwaliteit van peer review in specifieke vakgebieden te verbeteren.

Hopelijk doen uitgevers er hun voordeel mee.

Bron: Horbach, S.P.J.M. & Halffman, W. (2018). The ability of different peer review procedures to flag problematic publications. Scientometrics, published online 29 November 2018.