Lees verder
Mensen die eerder een goede taalvaardigheid hadden, kunnen na een hersenbloeding vaak niet goed meer spellen. Onderzoekers van de John Hopkins University vroegen zich af wat er veranderd is in hun hoofd.
Else de Jonge

De onderzoekers deden hersenonderzoek bij 33 herseninfarct-patiënten met spellingsproblemen. Die problemen, zo stelden de onderzoekers vast, manifesteren zich op twee manieren. Een aantal van de proefpersonen had moeilijkheden met het langetermijngeheugen: ze konden van woorden die ze eerder moeiteloos zonder fouten opschreven, nu de correcte lettervolgorde niet meer opnoemen. Een woord als ‘sauce’ werd bijvoorbeeld als ‘soss’ gespeld; het woord ‘lion’ als ‘lomp’ of ‘lint’ en in een ernstig geval zelfs als ‘tiger’.
Bij andere deelnemers functioneerde het werkgeheugen niet meer naar behoren: zij konden wel de correcte lettervolgorde van een woord opnoemen, maar wisten vervolgens niet welke lettertekens bij het betreffende woord horen. Zes van de proefpersonen waren belemmerd in beide processen. Met behulp van neuro-imaging technieken brachten de onderzoekers de hersenen van de deelnemers in beeld. Zo konden zij zien dat de verschillende symptomen die de patiënten lieten zien, correleerden met beschadigingen in verschillende hersengebieden.
Het schrijfproces vergt beheersing van meerdere functies die blijkbaar zijn verbonden met relatief ver uit elkaar liggende hersendelen. In de hersenen van de mensen die problemen hadden met het langetermijngeheugen waren beschadigingen zichtbaar in twee gebieden van de linkerhersenhelft; een aan de voorkant en een laag achter in het brein. Wie problemen had met het werkgeheugen, bleek defecten te vertonen in twee heel andere delen van de linkerhersenhelft. Wellicht dragen de vondsten bij aan verfijning van de behandelmethoden na een herseninfarct en aan effectievere spelling-leermethoden. (EdJ)

 

Bron: B. Rapp, J. Purcell, et al (2016). Neural bases of orthographic long-term memory and working memory in dysgraphia, Brain. doi 10.1093/brain/awv348