Een plotseling inzicht kan een gevoel van euforie geven. Opeens doorzie je iets, verdwijnt de mist in je hoofd en wordt alles glashelder. Denk je. Maar kunnen zulke aha-momenten je ook bedriegen? Heb je het écht wel bij het rechte eind op zo’n moment?
Daar heeft een internationale groep psychologen onderzoek naar gedaan. Ze lieten 300 proefpersonen zinnen lezen met daarin een verhaspeld woord, zoals ‘ithlium is van alle metalen het lichtst’. De deelnemers moesten eerst het verhaspelde woord ontcijferen, waarna ze moesten aangeven of ze dachten dat de bewering waar was of niet. De psychologen veronderstelden dat succesvolle ontcijfering een aha-gevoel zou geven, waarna de deelnemers de bewuste bewering eerder als ‘waar’ dan als ‘onwaar’ zouden aanmerken.
Dat bleek inderdaad het geval. Wisten de proefpersonen de verhaspelde woorden te ontcijferen, dan namen ze eerder aan dat de bewering waarin het woord voorkwam waar was, ook al klopte er niets van. Het effect was nog groter als de deelnemers ook zeiden een aha-moment te hebben ervaren. Heb je dus op het ene tijdstip een aha-moment, dan slik je op het volgende tijdstip makkelijker een onwaarheid voor zoete koek.
Best zorgelijk, vinden de onderzoekers, want zo kunnen kwaadwillenden anderen laten geloven in alternatieve feiten. Dat hebben die anderen dan vaak toch niet in de gaten.
Bron : Laukkonen, R.E. et al. (2020). The dark side of Eureka: Artificially induced Aha moments make facts feel true. Cognition, 196. doi 104122.