Log in
In 2015 promoveerde Barbara Braams in Leiden op het proefschrift Adolescent risk taking. Promotor was Eveline Crone. In het Nederlandstalige boekje dat nu bij Spectrum verscheen, staat heel beknopt het interessantste deel van dat proefschrift samengevat: 300 kinderen, jongeren en volwassenen moesten in het laboratorium een taak uitvoeren waarbij zij geld konden winnen en verliezen. Tijdens dat werk lagen zij in een scanner en werd hersenactiviteit in de nucleus accumbens (het ‘beloningscentrum’) onderzocht. Twee jaar later moesten de deelnemers nog eens naar het laboratorium komen, waar alle metingen opnieuw werden verricht. De belangrijkste conclusie luidt in de gepopulariseerde samenvatting: ‘Jongeren die verder in de puberteit zijn, hadden een actiever beloningscentrum wanneer ze geld wonnen’. Ook werd gevonden dat een hoger niveau van testosteron samenging met ‘meer activiteit in het beloningscentrum’.
Karel Soudijn

Wie in het dagelijkse leven andere mensen tegenkomt, zal niet direct weten hoe dergelijke bevindingen vertaald kunnen worden naar omgangsvormen. Hoe moeten we ons gedragen als we te maken krijgen met pubers of adolescenten? Braams ruimt in Het riskante brein een heel bescheiden plaats in voor haar promotieonderzoek; veel meer aandacht geeft zij aan de vraag hoe verstandig het is om jongeren vrij te laten, of juist sterk onder toezicht te stellen. Hier komen haar conclusies neer op een erg algemeen inzicht: opvoeding van pubers is een kwestie van geven en nemen. Aan de ene kant is het verstandig om ze de ruimte te geven, maar aan de andere kant is het belangrijk om de kans op ernstige ongelukken te verminderen. En waar moeten we dan vooral op letten? Hier blijkt breinonderzoek slechts de tweede viool te spelen. Haar belangrijkste inzichten haalt Braams uit de sociale psychologie. De invloed van anderen speelt in het opvoedingsorkest de eerste viool. Jongeren nemen