Een simulant is iemand die klachten veinst of in elk geval dan schromelijk overdrijft. Over simulanten doen allerlei mythes de ronde. Zo wordt er vaak beweerd dat simulanten bijna niet voorkomen. Deze en andere misvattingen over het onderwerp stammen uit de koker van de oude, Duitstalige zenuwartsen. Het gaat dan om auteurs als Carl Gustav Jung (1875-1961), Fritz Siemens (1849-1935) en Heinrich Többen (1880-1951). Waarom deze dokters stellige meningen verkondigden over, zoals zij het noemden, die Simulationsfrage, is duidelijk. Het was een generatie artsen die nog uit de eerste hand beschrijvingen had gehoord van hoe psychiatrische patiënten met koude douches en dwangarbeid werden geïntimideerd als de verdenking van simuleren rees. Daartegen zetten zij zich af. ‘Want,’ schrijft bijvoorbeeld Siemens (1888, p. 9-10), ‘de humaniteit eist dat we iemand die zich voor zieke uitgeeft zo lang als zieke behandelen totdat het tegendeel is gebleken.’ Om eraan toe te voegen: ‘Men is arts, geen inquisiteur.’
Dat sympathieke standpunt