‘Dat kan mijn neefje van drie ook’, zo reageert het publiek vaak op hedendaagse kunst. Wellicht tot opluchting van kunstliefhebbers blijkt deze zin niet waar.
Dat vonden twee kunstminnende psychologen. Zij waren benieuwd of de gemiddelde mens inderdaad hedendaagse kunst niet van kindergekrabbel kon onderscheiden. Proefpersonen (studenten) kregen steeds twee schilderijen tegelijk aangeboden. Het ene was een werk van een bekend modern kunstenaar, zoals Rothko of Pollock. Het andere was een schilderij van een kind, of zelfs een dier. De studenten kregen steeds twee vragen: ‘welk vind je het mooist?’ en ‘wat is het beste kunstwerk?’ Wellicht tot vreugde van de kunstwereld bleken de studenten doorgaans het werk van de kunstenaar mooier te vinden dan het schilderij van een chimpansee of een driejarige. Overigens waren de schilderijen steeds ongeveer gematcht qua kleurgebruik en vorm.
Gevraagd waarom zij dit schilderij kozen, refereerden de proefpersonen vaker naar de ideeën die de kunstenaar met het werk moet hebben gehad. Over moderne kunst is dus wel degelijk nagedacht, en het publiek ziet dat doorgaans ook.
Toch is er nog ruimte voor kritiek. De studenten kozen slechts twee op de drie keer voor het ‘werkelijke kunstwerk’. Bij andere kunstvormen zou dat weleens hoger kunnen liggen: de muzikale composities of poëzie geschreven door een driejarige zouden waarschijnlijk niet snel verkozen worden boven die van een volwassen kunstenaar.
Seeing the mind behind the art. People can distinguish abstract expressionist paintings from highly similar paintings by children, chimps, monkeys, and elephants Door: A. Hawley-Dolan, E. Winner Psychological Science 2011, online gepubliceerd op 3 maart, doi: 10.1177/0956797611400915