Lees verder
Om impliciete raciale vooroordelen te bestrijden worden allerlei interventies ingezet. Doen deze programma’s wat ze moeten doen?
Iris Dijkstra

Mensen die geen vooroordelen zeggen te hebben, geven onbewust toch de voorkeur aan blanken boven zwarten. Onduidelijk is welke cognitieve processen daaraan ten grondslag liggen. Tot dusver is vaak één proces bestudeerd en gekeken of dat met een bepaalde interventie te beïnvloeden is. Dat maakt vergelijkend onderzoek lastig.

Onlangs onderzochten 24 wetenschappers, werkzaam aan universiteiten over de hele wereld, opnieuw zeventien programma’s gericht op de bestrijding van impliciete raciale vooroordelen. In vier rondes werden ruim 17.000 proefpersonen willekeurig aan een interventie, controleconditie of nep-controleconditie onderworpen. Het vergelijkende onderzoek liet zien dat acht van de zeventien programma’s effect sorteerden; met deze programma’s lukte het dus om de impliciete voorkeur van mensen voor blanken boven zwarten tegen te gaan. Wat vooral goed werkte, waren interventies waarbij proefpersonen werden geconfronteerd met niet-stereotype voorbeelden. Ook programma’s die draaiden om evaluative conditioning deden het goed. Bij zulke programma’s worden stimuli doelbewust tegelijkertijd aangeboden om zo tot gewenste impliciete associaties te komen. Daarnaast was er nog een effectieve interventie waarbij proefpersonen expliciet de opdracht kregen impliciete vooroordelen tegen te gaan. Programma’s die bovenstaande technieken combineerden, bleken het meest succesvol. Negen interventies sorteerden geen effect.

Impliciete raciale vooroordelen bestrijden is kennelijk makkelijker gezegd dan gedaan. De helft van de programma’s blijkt immers niets te doen. Maar dit onderzoek illustreert bovenal dat het loont kennis internationaal te bundelen. (ID)

Bron: Lai, C.K. et al .Reducing Implicit Racial Preferences: I. A Comparative Investigation of 17 Interventions. Journal of Experimental Psychology: General, Mar 24 , 2014. doi: 10.1037/a0036260