Lees verder
Dennis Hernaus, Universitair Docent aan de School for Mental Health and Neuroscience, Maastricht University en lid van de redactie- raad van De Psycholoog
Geertje Kindermans

‘Toen de coronacrisis net uitbrak, bestond mijn werk vooral uit onderwijs. Van maart tot en met mei geef ik het gros van mijn onderwijs. Ik zat midden in een blok toen op donderdag 12 maart duidelijk werd dat de universiteiten dicht gingen. In een keer moest ik overstappen van face-to-face- naar online onderwijs. Ik begon meteen met het vertalen van mijn lessen naar een online omgeving. Om het onderwijsmateriaal online-proof te maken besteedde ik vooral veel tijd aan het interactiever maken van colleges en opdrachten. Ik zorgde ervoor dat opdrachten in kleine groepen via Zoom konden worden afgerond. Sommige toetsen moest ik van de grond af opnieuw opbouwen. Ik maakte werkdagen van soms wel twaalf uur. De maandag erop had ik een onderwijsbijeenkomst die ik meteen online moest geven. In Maastricht hebben we probleemgestuurd onderwijs, een onderwijssysteem waarbij de nadruk ligt op de interactie tussen studenten. Om onze onderwijsbijeenkomsten te laten slagen heb ik korte colleges ingesproken en daarna hielden we groepsdiscussies via Zoom om de stof te bespreken. Het was natuurlijk super dat het lukte en het geeft voldoening als de studenten als blijk van waardering per mail een bedankje sturen.

Binnen onze afdeling, waar ook klinisch werk verricht wordt, merk je dat de klinisch psychologen en psychiaters erg druk zijn met de zorg voor cliënten in de coronatijd. Bij hen was er geen tijd meer voor onderwijs. Als team proberen we dit ook zo goed mogelijk op te vangen. Alles bij elkaar behoorlijk druk dus.

Sinds 2016 ben ik lid van de redactieraad van de Psycholoog. Het meest inspirerende aan die rol vind ik de altijd stimulerende redactievergaderingen, zo’n drie keer per jaar. De raad bestaat uit een goede mix van meer junior en senior psychologen, wetenschappers en clinici en de verschillende sub-disciplines. Die vergadering zal de komende keer ook online moeten.

Studies online

Maar vooral ben ik experimenteel psycholoog en doe primair onderzoek. Al onze lab-studies, waar menselijk contact noodzakelijk is, liggen op het moment stil. Gelukkig voeren wij sinds vorig jaar een deel van onze studies ook online uit. Zo hebben we enkele lab-paradigma’s, die motivatie en beloningsgevoeligheid meten, vertaald naar een online versie. Die studies dienen primair om de generaliseerbaarheid van onze lab-resultaten te toetsen. Voor een andere grote internationale studie hebben wij ook besloten om sommige metingen online uit te voeren, zoals een vragenlijst en leer- en geheugentaken. Deelnemers ontvangen dan een digitale link naar de studie. Ik ben blij dat deze studies enigszins kunnen blijven doorlopen, zo kunnen we wat van ons onderzoek voortzetten tijdens de coronapandemie. Het is bovendien belangrijk voor onze promovendi, die natuurlijk zorgen hebben over hun eigen traject.

Coronastudie

Daarnaast ben ik met een coronastudie begonnen. Ik doe veel stress- en beloningsonderzoek en wil dit graag bekijken in de context van de coronapandemie. Deze studie startte per 1 april en hij is inmiddels afgerond. Door middel van een korte online vragenlijst bekijken we onder andere hoe sociale isolatie en angst voor het virus afzonderlijk samenhangen met veranderingen in de gemoedstoestand, zoals in motivatie, energie, stress en angst. Dat de studie zo weinig tijd in beslag neemt, is een bewuste keuze. Het aantal coronastudies schiet nu als paddenstoelen uit de grond. Als je het internet opgaat, kun je zo aan vijfentwintig verschillende meedoen. Er zijn veel vragen over wat deze tijd met de mentale gezondheid van mensen doet. De coronatijd is een grote stressor, veel onderzoekers willen dit moment in kaart brengen. De hoop is natuurlijk dat de kwaliteit van deze studies goed genoeg is om belangrijke inzichten te bieden in de psychologische effecten van de coronapandemie.

Het aantal coronastudies schiet als paddenstoelen uit de grond

Voor mij is het werken vanuit huis vooral eentonig. De grenzen tussen privé en werk vervagen langzaam. Het gevolg is dat je dan eerder begint met werken en later stopt. Dat begin ik nu wel te merken. Sommige dingen kosten ook opeens veel meer tijd. Normaal gesproken maakte ik een praatje met collega’s of vroeg ik en passant aan promovendi hoe het ging. Nu moet ik overal Zoom-gesprekken voor inplannen. Daarmee ben ik meer tijd kwijt en het is minder e ciënt. Maar ik probeer het ook in perspectief te plaatsen. Ik heb het geluk dat ik kan thuiswerken en ik heb geen jonge kinderen. Ik heb vrienden die contactberoepen of jonge kinderen hebben; die ervaren veel meer stress dan ik. Het enige waar ik me echt druk over hoef te maken is of ik vandaag mijn haren wel of niet kam. Dat kan veel erger.’

 

Beeld: Philip Driessen