Toen ik uiteindelijk voor psychologie koos, had ik – achteraf gezien – eigenlijk geen goed beeld van wat je als psycholoog precies doet. Ik had er vooral niet bij stilgestaan dat in het werk je zoveel met jezelf bezig zou zijn. Cliënten dwingen je goed naar jezelf te kijken, en tijdens supervisie en intervisie ben je ook steeds op jezelf aan het reflecteren.
Ik heb bijvoorbeeld gemerkt dat ik het fijn vind met iemand mee te voelen, of troost te bieden, maar dat ik het moeilijk vind confronterend te zijn. Om angstige mensen een zetje te geven om datgene te doen waarvoor ze bang zijn bijvoorbeeld. Daar hik ik dan tegenaan. Niet op jezelf hoeven focussen, is in andere beroepen makkelijker denk ik.
Misschien dacht ik vroeger ook dat iedereen het fijn zou vinden in therapie