ls kind wilde ik eigenlijk een beroemd danseres worden. Ik was pas een jaar of zeven, acht, maar genoot van het optreden en voelde al de verbinding die je met het publiek maakte tijdens zo’n optreden, en ook de emoties die je uit kan lokken. Maar toen ging mijn oudere zus psychologie studeren. Als haar jongere zus moest ik natuurlijk allerlei testen ondergaan. Vooral de Rorschachtest herinner ik me nog goed, en dat ik allemaal vlekken moest interpreteren. Zag ik er een bloem in of een gezicht? Dat vond ik zo leuk dat ik me realiseerde dat ik dat ook wilde doen later. Ook vanwege de verbinding die er toen tussen ons ontstond, denk ik. En ik vond het een fascinerend idee dat deze test inzicht zou verschaffen in hoe ik de wereld om me heen zag. Ik probeerde destijds zelfs even Freud te lezen, mijn zus had die boeken voor haar studie,