Wie veel naar porno kijkt, maar het kijken naar porno eigenlijk moreel verwerpelijk vindt, heeft een probleem. Dat wil zeggen: hij of zij zal zich eerder pornoverslaafd noemen dan iemand die net zoveel porno kijkt maar dat niet per se afkeurenswaardig vindt.
Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek onder in totaal ruim 3500 deelnemers. Zij vulden diverse vragenlijsten in. Daarin werd gevraagd naar de frequentie waarmee ze pornosites bezochten, hun morele standpunt ten aanzien van porno, hun religiositeit én de mate waarin ze hun pornografische activiteiten problematisch vonden.
Wat bleek? De mate waarin je zelf porno kijkt, en je morele opvattingen over porno kijken in het algemeen, houden allebei sterk verband met de mate waarin je denkt pornoverslaafd te zijn.
Maar er is ook een interactie-e ect. Hoe meer je zelf porno kijkt terwijl je porno kijken afkeurt, hoe meer je denkt dat je pornoverslaafd bent. Dat lieten zowel cross-sectionele als longitudinale data zien. Neemt de morele spagaat waarin je je bevindt over tijd toe, dan neemt ook de overtuiging toe dat je pornoverslaafd bent.
Wat religiositeit betreft: dat hangt op zich samen met de mate waarin je denkt pornoverslaafd te zijn, maar voegt niet veel toe als morele overtuiging al in de analyses is opgenomen.
Een cliënt die zich meldt met een pornoverslaving hoeft dus niet per se problematisch gedrag te vertonen. Het zijn misschien vooral diens morele en religieuze overtuigingen die hem parten spelen.
Bron: Grubbs, J.B. et al. (2020). Moral incongruence and compulsive sexual behavior: Results from cross-sectional interactions and parallel growth curve analysis. Journal of Abnormal Psychology, doi: 10.1037/abn0000501.