Mannen hebben vaker last van autisme, ADHD en dyslexie, meer vrouwen worstelen met stemmings- en eetstoornissen. Mannen zijn beter in ruimtelijk inzicht, vrouwen hebben meer taalgevoel en zijn empathischer. Gedragsverschillen tussen de seksen zijn zo overduidelijk dat ze haast wel het gevolg moeten zijn van aangeboren verschillen in de structuur of het functioneren van de hersenen. Een grote overzichtsstudie weerlegt deze intuïtieve aanname.
Het enige consistente verschil dat uit drie decennia hersenonderzoek naar voren komt, is een verschil in grootte tussen mannen- en vrouwenhersenen. Toch beschrijft de neurowetenschappelijke literatuur volop breinverschillen tussen de seksen. Het gaat dan echter óf om niet-repliceerbare toevalstreffers óf om verschillen die grotendeels verdwijnen wanneer voor het verschil in hersenvolume wordt gecontroleerd.
Zullen wetenschappers met hulp van betere fMRI-apparatuur in de toekomst wel in staat zijn om universele verschillen tussen hersenen van mannen en vrouwen bloot te leggen? Deze onderzoekers denken van niet. Het superieure ruimtelijke inzicht van mannen zou eerder het gevolg zijn van een seksespecifieke opvoeding dan van een sekse specifiek neuraal circuit.
Bron: Eliot, L. et al. (2021). Dump the “dimorphism”: Comprehensive synthesis of human brain studies reveals few male-female differences beyond size. Neuroscience and Biobehavioral Reviews. Doi: 10.1016/j.neubiorev.2021.02.026
Beeld: Christos Georghiou/shutterstock.com
