De talrijke hoofdstukken zijn voor een breed publiek gemakkelijk te begrijpen: een stukje tekst, een bladzijde met tips, en telkens een korte nabeschouwing door een autoriteit. Die autoriteit is bijvoorbeeld een topsporter, een coach, iemand die door te sporten minder depressief werd, of een echt succesvolle puber. Al deze autoriteiten zijn warme voorstanders van sport. Notoire bankzitters komen niet aan het woord. In dit opzicht is het boek te vergelijken met een reclamefolder waarin je ook nooit het verhaal van een teleurgestelde koper zult lezen.
De hoofdstukken zijn onderverdeeld naar drie thema’s: gevoel, verstand en lijf. Wie gaat hardlopen, voelt zich prettiger. Studeren gaat gemakkelijker. Je wordt fitter, en je krijgt spierpijn. Om lichamelijk ongemak binnen de perken te houden, raden de auteurs een goede coach aan, maar je kunt ook met Borgsteede en Beckers in het Vondelpark gaan rennen.
Vaardigheden moeten met beleid worden ontwikkeld, maar eigenlijk kan sport bij deze auteurs nooit ver genoeg gaan. Fietsende pubers