Log in
De beroepscode van het nip kent allerlei rechten toe aan cliënten. In sommige gevallen worden deze rechten uitgeoefend door wettelijke vertegenwoordigers. Artikel 7 uit de code maakt duidelijk hoe dit zit bij minderjarigheid. En artikel 9 vertelt tot wie de psycholoog zich moet richten als de cliënt een ‘meerderjarige wilsonbekwame cliënt’ is. Wanneer is iemand wilsonbekwaam? Hierover zegt artikel 9: als die persoon ‘niet in staat [is] tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake’.
Karel Soudijn

Dit citaat bevat twee valkuilen. Het woord ‘redelijke’ geeft geen duidelijke grenzen aan. Wat de ene beoordelaar redelijk vindt, kan voor de andere beoordelaar heel onredelijk zijn. Maar ook het woord ‘terzake’ levert problemen op. We zien namelijk gemakkelijk over het hoofd dat wilsonbekwaamheid geen persoonlijkheidstrek is. Wilsonbekwaamheid van een cliënt wordt met ‘terzake’ afhankelijk gemaakt van wat een psycholoog op een bepaald moment van plan is. Anders gezegd: het begrip slaat op een kenmerk dat context-gebonden is.

Verschillende regels uit de beroepscode van het nip zijn ontleend aan wetgeving op het gebied van de gezondheidszorg; onze code heeft deze regels alleen maar een wat ruimere toepassing gegeven. Wie de valkuilen rond wilsonbekwaamheid beter wil leren kennen, kan zich tegen struikelpartijen wapenen door kennis te nemen van discussies over die wetgeving. In het boek Wilsbekwaamheid in de medische praktijk krijgen psychologen in elk geval twee keer een draai om hun oren. Op p. 71 wordt het nip verweten dat deze