De emancipatiemonitor van het Sociaal Cultureel Planbureau heeft in 2014 voor het eerst sinds haar bestaan een hoofdstuk over gezondheid. Hierin staan de prevalentiecijfers van veelvoorkomende psychische aandoeningen per geslacht in Nederland (zie figuur 1), ook al bekend van de NEMESIS-studies (Graaf, Have & Dorsselaer 2010)26. Vrouwen hebben twee tot drie keer vaker dan mannen last van depressies en angststoornissen, terwijl mannen twee keer zo vaak middelenmisbruik vertonen en ruim twee keer zo vaak gediagnosticeerd worden met AD(H)D. Hoewel deze cijfers in lijn zijn met internationale bevindingen, al geruime tijd bestaan en dus niet anders zijn dan verwacht, geeft de grote discrepantie aan dat het belangrijk is om aandacht te besteden aan sekse- en genderverschillen in onder andere risicofactoren en behandelingswensen en -effecten.
Psychische stoornissen kennen zowel een algemene verschijningsvorm als sekse-specifieke uitingen. Sekse duidt op de biologische geslachtskenmerken en gender heeft betrekking op socioculturele aspecten zoals vrouwelijke of mannelijke eigenschappen. Kennis over deze sekse-en genderverschillen