Mijn promotor Willem Schaafsma heeft mij met grote regelmaat meegegeven dat de wetenschapper zich moet laten leiden door drie platonische principes, te weten waarheid, schoonheid en goedheid. Met die waarheid, schoonheid en goedheid zit het wel goed binnen de wiskunde en de wiskundige statistiek. Dat wiskundige bewijzen ’waar’ zijn, staat buiten kijf. Dat de wiskunde ons veel goeds heeft gebracht, moge ook duidelijk zijn. De schoonheid van de wiskunde en wiskundige statistiek is mijns inziens ook duidelijk.
Neem als voorbeeld de welbekende normale verdeling. Carl Friedrich Gauss bestudeerde astronomische data en stelde vier criteria op waaraan de verdeling van meetfouten van die data moest voldoen (Albers, 2018a):
- Kleine meetfouten zijn waarschijnlijker dan grote meetfouten;
- De verdeling van meetfouten is symmetrisch; – De verdelingscurve moet een vloeiende vorm hebben;
- Als je een bepaalde kwantiteit meermalen gemeten hebt, is het gemiddelde van de metingen de meest voor de hand liggende schatter.
Het elegante van