Log in
Met enige regelmaat wordt er in de psychologische en psychiatrische literatuur gerefereerd aan de belofte van precisiepsychiatrie. Het is echter de vraag of het legitiem is hier substantieel in te investeren (Joyner & Paneth, 2015). Wellicht loont het eerst te bezinnen alvorens een nieuwe koers in te slaan. Het fundament van deze nieuwe stroming moet immers kloppen. In dit essay1 beschrijven Annemarie Kohne en Jim van Os wat precisiepsychiatrie inhoudt, bespreken ze de grondslagen ervan en evalueren ze de belofte voor de toekomst. ‘Juist datgene wat ontsnapt aan het objectiveerbare en kwantificeerbare kan het meest relevant zijn.’
Annemarie Köhne, Jim van Os

Wat is precisiepsychiatrie?

Precisiepsychiatrie heeft haar wortels in het Precision Medicine Initiative, gelanceerd door de Amerikaanse president Barack Obama in 2015. Het streven van dit programma is om medische behandelingen te personaliseren op basis van (neuro)biologische differentiatie. Vieta bedacht de term precisiepsychiatrie (Vieta, 2015) en Fernandez en haar onderzoeksgroep definiëren het begrip als volgt: ‘Technologies and treatments are not developed for each individual patient, as the term personalised suggests, but rather [..] a high level of exactness in measurement will be achieved such that, eventually, it will be personalised’ (Fernandes et al., 2017).

‘Multiomics’, neurowetenschappen, big data en studies met hoge datadichtheid naar individuele kenmerken, omgevingsfactoren en fysiologie zouden moeten convergeren naar specifieke biomarkers die kunnen leiden tot biologische stratificatie en uiteindelijk tot ‘precieze’, persoonspecifieke behandelingen. De benadering bouwt voort op