Lees verder
Tijdens het wekelijkse spreekuur Beroepsethiek leggen NIP-leden allerlei ethische kwesties rond het werk voor aan Rosalinde Visser, senior stafmedewerker beroepsethiek. In deze rubriek stelen we haar een veelvoorkomende vraag.
Nederlands Instituut van Psychologen

‘De coronacrisis nam bij psychologen veel aarzelingen weg over de toepassingen van e-health en over allerlei andere digitale vormen van psychologische interventies. Psychologen zijn ook al langer bekend met toepassingen van Artificial Intelligence (AI) en machine learning. Denk aan het doen van voorspellingen bij de kans op het ontwikkelen van een depressie of aan het afnemen van een selectieassessment. Nieuwe toepassingen roepen echter ook vragen op over beroepsethiek, met name over privacy en het risico op discriminatie.

Als het gaat om privacy levert de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) een spanningsveld op: persoonsgegevens – bij psychologen gaat het per definitie om gevoelige persoonsgegevens – mogen alleen voor bepaalde, nader gespecificeerde doeleinden worden gebruikt, de zogenaamde doelbinding. Ook richt de AVG zich op dataminimalisatie. Dat betekent dat de psycholoog voor het gestelde doel, bijvoorbeeld de behandeling of een selectie-assessment, zo min mogelijk gegevens mag verwerken. Daarnaast kunnen algoritmes leiden tot discriminatie van bepaalde bevolkingsgroepen. Deze risico’s moet de psycholoog onderkennen en zoveel mogelijk tegengaan. Tegelijkertijd kunnen algoritmes en big data alleen effectief zijn als er juist heel veel data worden verzameld en gebruikt.

Psychologen, die ongeacht het werkveld op basis van een vertrouwensrelatie werken, moeten over dit gebruik transparantie aan de cliënt kunnen geven. Dat betekent dat de psycholoog ‘onder de motorkap’ moet kunnen kijken. Niet alleen door de mogelijkheid van inzage maar ook het gebruik van algoritmes moet kunnen begrijpen. Betekent dit nu dat, als dat niet lukt, algoritmes en big data als ‘onethisch’ verboden terrein voor psychologen moeten blijven? Dat zeker niet, maar de beroepscode roept op tot zorgvuldigheid, de psycholoog moet ook over de toepassing van AI verantwoording kunnen afleggen in het licht van de wetenschap. Regie houden is het devies. Een bijdrage van psychologen aan het ‘inbouwen’ van ethische normen in algoritmes biedt een kans om nieuwe ontwikkelingen te benutten en ethisch verantwoord te handelen. Dat is met nadruk in het belang van hun cliënten.’