Lees verder
Vanuit het RIVM is een specifieke Corona Gedragsunit ingericht, waarin wetenschappelijke expertise uit de communicatie- en gedragswetenschappen is gebundeld en gekanaliseerd richting beleid en communicatie. Lector Reint Jan Renes van de Hogeschool van Amsterdam zit als gedragswetenschapper in de unit. ‘Het voelt soms net alsof ik als sociaal psycholoog weer opnieuw begonnen ben.’
Jeroen van Goor

Welke bijdrage kunt u als sociaal psycholoog leveren aan de Corona Gedragsunit?

Ik zit in die unit omdat we het gedrag van mensen onder controle moeten krijgen, willen we de verspreiding van het virus onder controle krijgen. Mijn taak is vooral om snel inhoudelijk advies en feedback bij overheidscampagnes te geven. En dan gaat het vooral om communicatie rondom de gedragsmaatregelen van de overheid, zoals afstand houden en je handen wassen. Die maatregelen klinken helder en eenvoudig, maar uit de gedragswetenschappen weten we dat het helemaal niet zo eenvoudig is om ze ook consequent in de praktijk te brengen. Denk aan de papieren zakdoekjes, het is heel moeilijk om ook echt consequent te zijn in het weggooien na gebruik en daarna ook nog meteen je handen wassen.

Hoe kun je dat gedrag bijsturen?

Allereerst door te monitoren. Vanuit de Nederlandse Organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO) hebben we geld gekregen om een monitorend systeem op te zetten. Daarbij kijken we of mensen de gedragsadviezen opvolgen en wat leeft binnen de bevolking, ook binnen bepaalde subgroepen. Waar zijn mensen bang voor, wat vinden ze moeilijk? Vanuit die informatie kunnen we naar oplossingen gaan kijken. Bij belangrijke mededelingen, bijvoorbeeld over het sluiten van de horeca, proberen we eruit te halen wat mensen daar moeilijk aan zullen gaan vinden, zodat we van tevoren aan harm reduction kunnen doen. Maar we zijn maar een klein onderdeel binnen de communicatie van de rijksoverheid. Er zitten bijvoorbeeld ook heel goede speechschrijvers in de keten die leidt tot een persconferentie en goede communicatiebureaus in de keten naar een publiekscampagne.

Wat is uw motivatie om hier aan mee te doen?

Ik doe dit graag, want ik vind het heel moeilijk om aan de zijlijn te blijven staan in dit soort situaties. Maar ik leer ook enorm veel, het is een soort snelkookpan. Ik leer dingen over ons vakgebied en wat wel en niet werkt qua communicatie in een crisis, waar ik anders misschien wel jaren over had gedaan om te leren.

Hoe kijkt u als sociaal psycholoog naar de manier waarop mensen social distancing naleven? Bent u verrast over de snelheid waarmee mensen zich aan de maatregelen houden?

Ik vind het een ongelofelijk mooi voorbeeld van onze adaptatiekracht als mens. Vaak wordt er door overheden, landelijk en lokaal, en leefstijlinstituten gemopperd dat mensen zo moeilijk te veranderen zijn, eigenwijs zijn. Maar ik vind het als gedragswetenschapper bijna bizar om te zien hoe we als samenleving in een paar weken tijd massaal en bijna geruisloos over zijn gegaan naar een anderhalvemetersamenleving. Onder druk wordt alles vloeibaar, ook het gedrag van mensen.

Maar er zijn toch ook veel voorbeelden van het negeren van de regels?

Dat het soms nog mis gaat, is niet meer dan logisch. Denk aan jongeren uit Borne die een coronafeestje vieren, of bootcampen in het park waarbij niet voldoende afstand wordt gehouden. Daar besteden we dan weer zoveel aandacht aan dat we vergeten hoe de overgrote meerderheid inmiddels zonder veel gemopper ‘social distancing’ praktiseert.

‘Ik vind social distancing een prachtig voorbeeld van de menselijke adaptiekracht’

Hoelang houden we dit nog vol?

Dat is nu precies iets wat wij met de gedragsunit onderzoeken: welke factoren bij het volhouden een rol spelen. We hebben daar een theoretisch kader voor ontwikkeld dat we nu met onderzoek aan het ‘vullen’ zijn. Het zal afhangen van de nieuwe gewoonten die ontstaan, of we voldoende ondersteuning krijgen bij het zelfreguleren. Denk aan supermarkten die hun winkels zo inrichten dat het relatief makkelijk is om de anderhalve meter afstand te bewaren. Denk aan familie of vrienden die beseffen dat een bezoekje nu niet zo handig is. Maar ook hoe sterk de nieuwe normen geïnternaliseerd worden en of we mentaal en fysiek voldoende gezond blijven.

Hoe kunnen andere psychologen hun expertise inzetten in deze moeilijke tijd?

Wat ik vooral hoop is dat we als beroepsgroep heel zorgvuldig omgaan met onze kennis en hoe we die tijdens deze crisis inzetten. Dit zijn uitzonderlijke tijden en die vragen om een zorgvuldige aanpak. Ook van psychologen. We kunnen er niet klakkeloos vanuit gaan dat wat werkte in de pre-coronatijd, ook nu werkt. Ik merk het zelf ook. Het voelt soms net alsof ik als sociaal psycholoog weer opnieuw begonnen ben. Mijn advies: probeer zo goed mogelijk je kennis te vertalen naar de huidige situatie en tast af wat wel en niet werkt. Iedereen moet zich aanpassen naar het ‘nieuwe normaal’, ook de psychologen en een beroepsvereniging als het NIP.

 

* Jeroen van Goor is sinds eind maart gestopt als redacteur bij De Psycholoog en voor zichzelf begonnen. Voor zijn laatste verhaal over duurzaamheid en gedragsverandering – ingepland voor het juninummer – had hij sociaal psycholoog Reint Jan Renes geïnterviewd. Dat interview vond plaats voor het uitbreken van de coronacrisis en voordat Renes toetrad tot de Corona Gedragsunit van het RIVM. Renes was gaarne bereid om enkele extra vragen te beantwoorden over zijn werk voor die gedragsunit. Vanwege de actualiteit plaatsen we dit deel uit het interview nu al. (Vittorio Busato, hoofdredacteur De Psycholoog).