‘Ik heb de middelbare school nogal grillig doorlopen. Ik maakte een soort hinkstapsprong: van de brugklas havo/vwo ging ik naar de mavo, daarna weer naar de havo en vervolgens naar het vwo.
In de brugklas was ik te speels om te leren. Van mijn ouders moest ik twee uur per dag achter mijn bureautje doorbrengen om mijn huiswerk te maken. Maar ik deed er van alles behalve leren. Daarom had ik in alle hoeken en gaten speelgoed verstopt.
Na dat brugjaar moest ik daarom naar de mavo. Daar kreeg ik drie jaar lang zowel wis-, natuur- als scheikunde van één docent: de heer Kroon. Van hem leerde ik op een zéér systematische en planmatige manier werken. Aanvankelijk was hij niet zo dol op mij; hij was een wat conventionele man en ik was een halve hippie met lang haar en veel kettingen om. Maar ik was ook zijn beste leerling.
Meneer Kroon begon zijn les met een uitleg,